Dat Vanessa Jasarevic (1989) tijdens haar bachelor Bestuurs- en Organisatiewetenschap een rechtenvak volgde, was een schot in de roos. Het resulteerde in een rechtenbachelor, een master in Privaatrecht én een baan bij het gerenommeerde advocatenkantoor Nysingh advocaten-notarissen. VU magazine sprak in Zwolle met de jonge, enthousiaste advocate over het recht, haar liefde voor complexiteit en het wegnemen van andermans zorgen.
Je vond tijdens je bachelor dus eigenlijk een andere studie? “Ja, eigenlijk wel. Bestuurs- en Organisatiewetenschap is interessant maar ook erg breed. Ik wilde juist graag iets tastbaars doen. Toen ik tijdens mijn bachelor als keuzevak Inleiding in de rechtswetenschap volgde, wist ik dan ook direct dat ik daar iets mee wilde. De keuze voor een tweede bachelor, rechten, was snel gemaakt. Beide studies heb ik afgemaakt, maar ik heb geen moment spijt gehad dat ik in het recht ben verdergegaan."
Na je afstuderen ging je aan de slag met aanbestedingsrecht, wat houdt dat in? “Vaak als overheden een bepaalde behoefte hebben, dan kopen ze dat in op de markt. Denk bijvoorbeeld aan het aanschaffen van nieuwe meubels voor een afdeling. Als de waarde van die opdracht boven een vastgestelde Europese drempel komt, dan kunnen ze die opdracht niet meer zomaar aan iemand geven. Ze zijn dan verplicht een aanbesteding uit te schrijven. Daarop kunnen geïnteresseerde partijen zich inschrijven. Een aanbesteding is heel simpel gezegd een competitie tussen potentiële partijen. Binnen die competitie wordt op basis van vooraf vastgestelde factoren, zoals prijs en kwaliteit, een keuze gemaakt.
Wij treden op voor aanbestedende diensten, zoals gemeentes en provincies, maar ook voor inschrijvers. Het is zowel een advies- als procespraktijk. We adviseren aanbestedende diensten over de inrichting van een aanbestedingsprocedure. En we staan hen bij als een inschrijver een kort geding aanhangig maakt. Inschrijvers staan we bij in de aanloop naar een inschrijving, of we vertegenwoordigen hen bij kortgedingen. Het is een dynamisch vakgebied, met veel hollen en stilstaan. Dat maakt het juist zo leuk, je weet nooit hoe je dag eruit gaat zien.”
Werk je vooral voor de overheid? "Ik werk voor zowel overheden als bedrijven, maar ook andere instellingen. Sinds kort ben ik werkzaam in het mededingingsrecht en het staatssteunrecht, daardoor vertegenwoordig ik nu vaker juist bedrijven. Mededingingsrecht ligt dichtbij het aanbestedingsrecht maar is een ander rechtsgebied. Beide rechtsgebieden hebben wel een link met Europees recht. Het doel van het mededingingsrecht is om effectieve concurrentie te verzekeren. Om ervoor te zorgen dat bedrijven niet een overheersende machtspositie krijgen, of onderling prijsafspraken maken, zijn er allemaal regels waar ze zich aan moeten houden. Wij representeren bedrijven wanneer ze bijvoorbeeld een andere partij over willen nemen.”
Kun je vertellen wat jouw werk concreet inhoudt? “Wanneer bijvoorbeeld een ziekenhuis een laboratorium wil overnemen en het is een overname die gemeld moet worden bij de NZa (Nederlandse Zorg Autoriteit) en de ACM (Autoriteit Consument en Markt), dan schakelen partijen ons om de juridische consequenties in kaart te brengen en de melding te begeleiden. Partijen hebben een plan voor de overname en schakelen ons in om de juridische consequenties in kaart te brengen. Die informatie vertalen we naar een melding bij de ACM of de NZA. We proberen daarbij zoveel mogelijk de wensen van betrokken partijen te verwerken. Maar dat betekent ook af en toe de ‘Devil’s advocate’ spelen; kritische vragen stellen en juridische haken en ogen voorleggen. Waar zal een eventuele wederpartij mee komen? Wat zijn de zwakke punten van deze zaak? Vragen die de klant misschien liever niet hoort. Maar die ze beter van mij kunnen horen dan van een rechter.”
Waar geniet je van in dit vak? “Ik krijg echt een kick van ingewikkelde zaken. Bij elke casus moet ik opnieuw nadenken over hoe ik het ga aanvliegen, mij in de materie verdiepen en er creatief mee omgaan. Daarbij vind ik het mooi dat ik dé persoon ben waar cliënten terechtkunnen wanneer ze een probleem hebben. Als ze bij mij aankloppen, of dat nou is voor een advies of als er een zaak aanhangig is gemaakt, dan kan ik die zorg van hen wegnemen. Dat vind ik prachtig. De meeste cliënten zijn na afloop ook echt blij en dan besef ik dat we als kantoor echt iets hebben toegevoegd.”
Zie je je jezelf dit over 30 jaar nog doen? “Ik weet natuurlijk niet hoe ik er tegen die tijd tegenaan kijk, maar ik denk dat ik het recht altijd interessant zal blijven vinden. Dit werk voelt voor mij alsof er een puzzelstukje précies op z’n plek valt. De advocatuur is natuurlijk geen 9 tot 5-baan, flexibiliteit en kunnen omgaan met korte deadlines en complexe problemen is een vereiste. Het is een hele dynamische omgeving waarin veel gebeurt. Maar daar maak je mij juist heel blij mee.“