Foto: Colin Huijser

Duurzaamheid: 3 studies, 3 banen

Colin Huijser21 October 2018

Inmiddels zijn er meer dan 107.000 VU-alumni. Waar kwamen ze na hun studie terecht? Normaal gesproken portretteren we in deze rubriek drie alumni die dezelfde opleiding deden, maar deze keer doen we het anders: 3 studies, 3 banen die verbonden zijn door het thema duurzaamheid.

Jaap de Jong (1980) Behaalde zijn master in Environment & Resource Management. Nu is hij directeur bij De Gezonde Stad.
Jaap de Jong


Waarom juist deze studies op de VU?
‘Ik ben altijd al geïnteresseerd geweest in de natuur en de studie Aardwetenschappen was super breed. Van natuur- en scheikundige tot wiskundige vakken, maar ook bredere vakken als ‘hoe is de aarde ontstaan.’ Erg interessant, maar ik kwam er gaandeweg achter dat ik vooral werd opgeleid om met fossiele brandstoffen in de weer te gaan, oftewel olie zoeken voor bedrijven. Dat was niet mijn ambitie en daardoor wilde ik switchen naar het werkveld van de duurzame ontwikkeling. Dus heb ik de master ERM gekozen. Daarin wordt de beleidsmatige en economische kant van milieu en duurzame ontwikkeling centraal gezet. Dat paste goed bij mij.’

Hoe ging het na je studie?
’Ik heb verschillende banen gehad. Eerst trainee bij het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, daarna consultant in het bedrijfsleven gevolgd door twee jaar werken voor een stichting in Zuid-Afrika. Ik was daar werkzaam op het snijvlak van duurzame energie en armoedebestrijding, vooral gericht op de armste huishoudens in zuidelijk Afrika. Dat betekende dat we lokale problematiek aanpakten, maar we probeerden ook de transitie te versnellen op het niveau van de VN. Klimaatconferenties bijwonen waar wereldleiders de belangrijke afspraken maken over de toekomst. Ik raakte daar een beetje gedesillusioneerd… Want er wordt vooral gepraat en ik wilde iets doen!’ 

En zo kwam je bij de Gezonde Stad?
‘Toen ik terugkwam in Nederland zag ik De Gezonde Stad en heb ik gesolliciteerd. Een stad is het ideale niveau om te verduurzamen. Het is duidelijk welke partijen je kunt betrekken en je hebt bewoners die heel gemotiveerd zijn om iets te doen. In actie komen met concreet resultaat is wat de Gezonde Stad doet. De organisatie is ontstaan in 2012, toen het besef ontstond dat er in de stad behoefte was aan vernieuwende oplossingen die de bewoners, het bedrijfsleven en de overheid samen kunnen ontwikkelen op een constructieve manier.’

En hoe doen jullie dat?
‘We hebben twee speerpunten waarin we projecten opzetten; de klimaatbestendige stad, waarin het vergroenen belangrijk is. En bij de circulaire stad, kijken we vooral naar recyclen en upcyclen van grondstoffen uit huishoudelijk afval. Daarnaast helpen we bewoners die betrokken zijn bij hun buurt met het realiseren van eigen duurzame initiatieven: ze kloppen bij ons aan omdat ze iets willen doen en hulp kunnen gebruiken.’

Veerle Vrindts (1987) & Pablo Moleman (1988) studeerden tegelijkertijd aan de VU. Nu zijn ze beide werkzaam bij ProVeg.
Veerle en Pablo


Wat studeerden jullie?
Veerle: ‘Eerst in Maastricht, een bachelor in Cultuurwetenschappen en een Psychologie bachelor. Daarna de VU, en daar heb ik een master in Culturele & Sociale Antropologie gedaan en de master Sociale Psychologie.’ Pablo: ‘Ik heb een bachelor Biologie en de master Enviromental Resource Managment gedaan aan de VU.’

En toen zijn jullie een vegan festival begonnen?
Pablo: ‘En in de VU nog wel! Veerle: ‘Ik had voor m’n master een model ontwikkeld voor een activiteit om gezondheidspromotie te doen. Dat was eigenlijk het opstapje naar een festival voor jongeren waar plantaardig eten in centraal staat. Toen kwam Pablo erbij en hebben we een team van vrijwilligers bij elkaar gebracht en financiering gezocht. Een paar maanden later was in het gebouw van de VU het eerste Viva Las Vega’s food festival.’

Bestaat het nog steeds?
‘Ja, maar onder de naam VeggieWorld. Met onze stichting kwamen we tot de conclusie dat het probleem van de vleesindustrie verder gaat dan de Nederlandse grens. Met ProVeg International zetten we ons met 6 landen in voor een wereld waarin iedereen kan kiezen voor lekker en gezond eten dat beter is voor mensen, dieren en het milieu. Dat doen we met inspirerende campagnes, evenementen en als consultant voor het bedrijfsleven.’ 

Wat willen jullie bereiken?
‘Een halvering van de wereldwijde vleesconsumptie in 2040. We hebben ook de ambitie om, met name in niet-westerse landen, steun te geven aan actiegroepen. Want hier is de vleesconsumptie een beetje af aan het vlakken, terwijl de verwachting is dat in landen als China en India juist de vraag naar vlees gaat toenemen. Als je dan kijkt wat dat doet met de klimaatdoelen voor 2050, dan kom je genadeloos in de knel.’

Is er nog een raakvlak tussen jullie werk en jullie studie?
Pablo: ‘Vooral Milieuwetenschappen, we meten van alle projecten die we doen hoeveel CO2 we daarmee besparen. Dat is vaak een eye-opener: veel bedrijven denken duurzaam bezig te zijn terwijl dat niet het geval is. Je ziet bijvoorbeeld dat ze een ‘meat-free-monday’ invoeren en alle broodjes ham met kaas vervangen. Maar als ik het dan voor ze uitreken dan hebben ze vaak netto meer CO2 uitgestoten omdat kaas een heel CO2 intensief product is. Dat idee van net iets dieper graven, checken of wat je doet ook klopt, dat is wel iets wat ik vanuit mijn wetenschappelijke vorming op de VU heb meegenomen.’

Thijs de la Court (1955) studeerde Biologie, nu Algemeen Secretaris bij het Gelders Energie Akkoord.
Thijs de la Court


Pas je nog de dingen toe die je op je studie hebt geleerd?
‘Ja, het is erg vormend en nog steeds relevant. Je leert je denken te structureren, hoe je zaken kan verifiëren en hoe je moet proberen een soort waarheid te ontdekken. En dat is voor ons werk nu, vooral met het klimaat, ontzettend belangrijk. Als ik een mening zie, dan duik ik in de achtergronden, het ‘hoe en waarom,’ en de onderzoeken die er achter zitten. Heel vaak zie je dan dat het niet klopt. Want kennis is macht. Dus kennis wordt gestuurd, gekocht, bepaald. Maar het achterhalen wat de echte kennis is, dat leer je op de VU.’

Nu ben je Algemeen Secretaris bij het Gelders Energie Akkoord, wat zijn jullie doelstelling?
‘We hebben zo’n 800.000 woningen in Gelderland, we willen dat er 100.000 CO2-neutraal zijn in 2020. In 2035 moeten ze allemaal CO2 neutraal zijn. Dat is volgens ons haalbaar, maar niet binnen het huidige systeem. Per woning kost alleen al het isoleren gemiddeld zo’n 40.000 euro. Dat gaan die mensen niet zelf betalen. Dus proberen we het te doen via gebouwgebonden financiering, maar dat wordt tegengewerkt. Politiek gedoe, want de woningmarkt is een consumentenmarkt geworden, particulier. En gezamenlijke antwoorden, zoals gebouwgebonden financiering, dat is niet liberaal.’

Jullie hebben dus eigenlijk best veel weerstand tegen jullie plannen?
‘Ja, want men ziet niet het hele verhaal. Politici die zeggen: ‘Mensen kunnen die hele energie transitie niet betalen, dan krijgen we een volksopstand’, terwijl we die transitie uitstekend kunnen betalen. Alleen als we dat doen dan zullen we collectief voor antwoorden moeten gaan zorgen. Waar een aantal partijen - bijvoorbeeld energieleveranciers - onder zullen lijden: want er wordt ontzettend veel geld verdient in een inefficiënte markt. Een wijk kan naar een zelfvoorzienende energiesituatie waarin ze dat geld intern houden. Dat is een strijd, want in wiens belang is het om dat te doen?’.

Hoe gaan jullie nu verder?
‘We proberen de systemische barrières te slechten en ondertussen gaan we met die wijken aan de gang. We proberen bijvoorbeeld om de gebouwgebonden financiering er doorheen te lobbyen. Ruimte vinden in het systeem gaat moeizaam. Wat je wel ziet is dat we zo’n wijk kunnen mobiliseren. Dat we nu 100.000 woningeigenaren en huurders in beweging kunnen zetten. Je moet niet bij de pakken neer gaan zitten, denken dat je afhankelijk bent van de politiek. Als de overheid het niet financiert, dan gaan we het zelf regelen.’