Catwalk
Onlangs bevond ik me op een catwalk. Ik begrijp dat velen van u zullen verzuchten eindelijk…..eindelijk is Dolluf ontdekt, eindelijk kan hij zijn prachtige lichaam als male model aan de wereld tonen, de strakgesneden pakken, de bizarre outfits, de boxershorts wellicht… Ik moet zeggen dat ik het vooral heel knap vind dat u dat allemaal in een zucht weet te verzuchten, maar moet u toch verbeteren.
Ja, ik stond op een catwalk (ja, voor heel veel mensen ook nog), maar niet als model. Het was trouwens ook een catwalk in de openlucht – Malieveld, Den Haag om precies te zijn – en dat is voor zover mij bekend niet echt de plek waar internationaal vermaarde mode-ontwerpers hun creaties (of boxershorts) aan den volke en kritische journalisten en footballwives tonen.
"ik bevind mij niet zo heel veel gewichtsklasses boven de meeste topmodellen. En dat heb ik geweten ook."
Nee. De catwalk zat vast aan een podium, dat podium was groot, er stonden ruim 40.000 mensen voor en, belangrijk detail, het woei. Hard. Nee, het WOEI HARD. Nog een reden om op zo’n plek geen haute couture en/of boxershorts tentoon te spreiden, want dan zou een aardig deel van de modellen wegwaaien en met een beetje geluk teruggevonden worden in Wassenaar of de Schilderswijk, al naar gelang.
Maar, toch wel even belang gezien het voorgaande, ik bevind mij niet zo heel veel gewichtsklasses boven de meeste topmodellen. En dat heb ik geweten ook.
Ik was ter plekke om de grote onderwijsacties vanaf dat podium in min of meer geplande banen te leiden. En merkte dus, op het moment dat ik net na 12en voor het eerst de massa tegenmoet trad, twee dingen. Als ik mijn kaartjes (steekwoorden, volgorde, paar interviewvraagjes) loslaat is de middag ten einde voordat ze goed en wel begonnen is. De Kaartjes zouden zich binnen een paar seconden verspreiden door het Haagse Bos en omstreken, ik zou met een mond vol tanden staan en geen idee wat er van mij verwacht werd. En improviseren, ik weet het niet…
"Ik denk waarom heb ik niet wat meer gegeten of minder hard getraind, de afgelopen 40 jaar."
Het tweede dat ik merkte: het waait echt NOG HARDER DAN IK DACHT. Gedurende mijn anderhalf uur op dat podium ben ik twee keer door de wind verschoven en een keer letterlijk opgetild. U denkt avontuur!, ik denk waarom heb ik niet wat meer gegeten of minder hard getraind, de afgelopen 40 jaar. Vraagteken.
U weet, denk ik, waarom ik daar was, waarom die 40.000 er stonden. Van basisschool tot VMBO, van gymleraar tot hoogleraar, van onderwijsassistent tot bezorgde/betrokken ouders. En leerlingen ook. De jongste variant. Waarvan een aardig plukje, vanuit Zaandam - waar (nood breekt wet) al een tijdje een vierdaagse schoolweek is ingevoerd – ook op het podium mocht komen. En op mijn catwalk. Ik ben nog nooit zo druk geweest met zorgen dat geen van mijn gasten in de verre verten zou verdwijnen voordat of terwijl ik een vraag stond te stellen.
We waren daar bijeen om duidelijk te maken dat het bordje van het onderwijs in ruimste zin – zie boven – echt overstroomt. Soms zijn de klassen te vol, bijna altijd geldt dat voor de collegezalen, er worden constant gaten (de docent is ziek) met gaten (klassen opdelen) gedicht, de politiek is er gek op van alles op dat al krakende onderwijsbord te plaatsen (burgerschapsvorming, gender, drugs, het Wilhelmus, noem maar op), de werkdruk is te hoog. Uitroepteken. Om dat aan de politiek duidelijk te maken stonden we daar, met de poten in de modder (de 40.000), in windkracht 7 (het model). Ik ga er van uit dat ‘de politiek’, ook na de verkiezingen van deze week, zal inzien dat in onderwijs de toekomst van je land en samenleving zit. Dus dan mag het wat kosten…