Gitarist Anne Soldaat (57) studeerde chemie aan de Vrije Universiteit Amsterdam, maar het was niet waar zijn hart lag. Een ziekte was voor hem de wake-up-call om tóch voor de muziek te gaan.
Een studie chemie: heel wat anders dan wat je nu doet. Waarom koos je voor de opleiding?
„Heel eerlijk? Nog steeds heb ik geen idee. Ik zou met terugwerkende kracht graag in mijn hoofd kijken. Op de middelbare school had ik op mijn rapport allemaal achten en negens maar voor scheikunde een zes. Misschien dat ik vond dat ik kennis miste. De opleiding was bij vlagen zeker boeiend, maar ik voelde me niet echt als een vis in het water. Maar goed, ik kom uit een calvinistisch en gereformeerd milieu en het uitgangspunt was dat het leven niet altijd leuk hoeft te zijn. Je moet vooral je best doen en het afmaken. Ik dacht: ik ga dit varkentje even wassen en dan ga ik daarna iets doen waar mijn hart wel harder van gaat kloppen."
„Ik zat elke dag de uren te tellen tot ik ‘s avonds weer met m’n muziek aan de slag kon."
„Dat was makkelijker gezegd dan gedaan. Na mijn studie heb ik drie jaar bij een ingenieursbureau gewerkt om bodemonderzoek te doen. Ook daar was ik schreeuwend ongelukkig. De verkeerde man op de verkeerde plek. Ik wist het wel, maar drukte het weg. Daarna heb ik nog als persvoorlichter aan de VU gewerkt. Dat was best leuk. En toch zat ik elke dag de uren te tellen tot ik ‘s avonds weer met m’n muziek aan de slag kon. De muziek heeft me steeds kleine duwtjes gegeven die ik nodig had. Zonder de muziek had ik nog steeds ergens op een lab of kantoor gezeten."
Hoe was je als student?
„Ik was een superloner. Ik studeerde en ‘s avonds speelde ik gitaar, had verder geen sociaal netwerk. Ik was niet super ongelukkig, maar dat ik deed wat ik dacht dat ik moest doen gaf geestelijke frictie. En ik blowde er ook nog bij. Achteraf gezien verkeerde ik in een zombiestaat. Het klinkt misschien gek, maar ik denk dat ik ook niet weet dat het leven ook anders kon. Ik had niemand om te reflecteren, wist niet beter."
„Beter kon ik een solide maatschappelijke positie verwerven, zoals mijn ouders dat altijd mooi verwoordden."
Waarom ging je niet voor de muziek?
„Wat ik thuis hoorde was: muziek is leuk en ter ontspanning voor als het ‘echte’ werk er op zit. Maar je moet niet denken dat je er iets mee kunt. Beter kon ik een solide maatschappelijke positie verwerven, zoals mijn ouders dat altijd mooi verwoordden. Als mijn ouders naar muziek luisterden dan was het ’t Urker Mannenkoor."
„Diep vanbinnen wist ik toen al dat muziek voor mij een levensnoodzaak is en bovendien iets dat lucratief kan zijn als je je talent op een goede manier benut, maar dat durfde ik pas laat te erkennen. De evenwichtsziekte Ménière waar ik in 2004 last van kreeg was het laatste duwtje dat ik nodig had. Ik nam dat jaar ontslag bij de VU en heb me helemaal op de muziek gestort."
Hoe was de periode die toen aanbrak?
„De ziekte zette alles op z’n kop. De aanvallen voelen alsof je zeeziek wordt en ze komen totaal onverwachts opzetten. Ik werd daardoor angstig en het maakte mijn wereld steeds kleiner. Ik durfde geen afspraken buiten de deur te maken, zag bij voorbaat al op tegen een lange treinreis. Op een gegeven moment kwam ik nauwelijks de deur nog uit. Optreden deed ik zo nu en dan nog wel maar dat was tricky. Ik ben duizend doden gestorven op het podium. Het ging regelmatig mis. Dan viel ik bijna om en moest ik het podium af geloodst worden. Als ik er alleen al terugdenk, word ik onwel. Een soort Pavlov-reactie."
„Ik ben ervan overtuigd dat ik die ziekte over mezelf heb afgeroepen."
Hoe gaat het nu met je?
„Goed. Gelukkig heb ik de aanvallen niet of nauwelijks meer. Het klinkt als een cliché, maar de ziekte heeft ook iets positiefs gebracht. Ik moest mijn leven anders inrichten en dat heb ik gedaan. Ik ben gestopt met roken en blowen, eet gezonder en beweeg meer. Wel heb ik aan één oor gehoorschade en tinnitus overgehouden. Wat natuurlijk extra vervelend is voor een muzikant."
„Ik ben ervan overtuigd dat ik die ziekte over mezelf heb afgeroepen doordat ik te lang op een ongezonde manier doorging en niet luisterde naar mezelf en m'n lichaam. Ik heb een dochter van twintig en als er één les is die ik haar wil meegeven is het: ga in godsnaam iets doen dat je leuk vindt en denk niet na over of het je geld gaat opleveren of fashionable is. Doe iets wat je echt leuk vindt, want dan blijf je gezond. Dat heb ik aan den lijve ondervonden."