Alumna filosofie Jessica van der Schalk houdt zich bij de Amsterdamse denktank, FreedomLab, bezig met wat technologie betekent voor de mensheid, de maatschappij en onszelf. „Hoe meer technologie we gebruiken, hoe meer we filosofie nodig hebben."
Een stel filosofen dat heftig discussieert over een actueel thema: is dat ongeveer hoe je werk bij de denktank FreedomLab eruitziet?
„Zoiets inderdaad, haha. Met een aantal filosofen kijken we naar uiteenlopende vraagstukken over de impact van technologie op de samenleving. Zo hebben we net een opdracht voor defensie afgerond over autonome wapens, waar RoboCop een bekend voorbeeld van is. Vragen die we ons stelden, waren: wat betekent autonoom, en bij wie ligt de verantwoordelijkheid als zo’n wapen ingezet wordt? En, stel wij hebben in Nederland allerlei ethische bezwaren, maar buurlanden nemen de wapens wel, zijn we dan niet heel kwetsbaar? Bij ethische dilemma’s als deze heb je filosofen nodig om te reflecteren op alle mogelijk extreme scenario’s. Als filosoof is het niet de bedoeling dat je oordeelt, maar eerder dat je reflecteert."
„Ik dacht: hoe weet ik nu zeker of ik wel echt besta?"
Je hebt filosofie gestudeerd aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Wat vond je van de opleiding?
„De opleiding verwarde me zo nu en dan, maar heeft me uiteindelijk veel gebracht. In het eerste jaar begonnen we met het twijfelexperiment van Descartes. Dat houdt in dat je bij ongeveer alles gaat twijfelen of het wel waar is. Ik weet nog dat ik na één van die colleges naar huis liep en in tranen uitbarstte. Ik dacht: hoe weet ik nu zeker of ik wel echt besta? En dat ik hier loop? Misschien is het wel een droom en zal ik dat nooit weten. Inmiddels weet ik: het is niet gek om verward te raken van zulke existentiële vragen. Op een gegeven moment wende ik aan die onzekerheid en ging ik zelfs genieten van de openheid die wordt gecreëerd. Filosofie heeft van mij uiteindelijk een gelukkiger mens gemaakt."
Wanneer is het zaadje geplant voor technologie als jouw interessegebied?
„Dat was tijdens een vak over Artificial Intelligence. Een student van de Bètawetenschappen vertelde over wat het precies inhield en samen gingen we nadenken over welke ethische kwesties er om de hoek komen kijken. Ik vond het magisch interessant. Wat boeiend is aan technologie is dat hoe meer we het gaan gebruiken, hoe meer filosofische vraagstukken opkomen. Wat is nu eigenlijk bewustzijn? En kun je zeggen dat iets een autonoom wezen is?"
Voor NRC maak je samen met journalist Wouter van Noort een wekelijkse podcast over technologie genaamd ‘Future Affairs’. Na welke aflevering keek jij anders naar de wereld?
„Dat is zonder meer de aflevering met filosoof Philipp Blom. Hij maakt daarin een historische vergelijking tussen het keerpunt waar we ons nu in bevinden en eerdere keerpunten. Toen hij dat uitlegde, begreep ik ineens veel beter de uitspraak: ‘De veranderingen gaan te snel voor ons’. Bedenk dat de mensheid 10.000 generaties oud is en het 8.000 generaties duurde totdat de mens een keer aan landbouw ging doen. De technologie die we nu hebben is nog geeneens één generatie oud. We hebben simpelweg geen tijd om echt te beseffen wat dat inhoudt en wat de gevaren zijn. Als je daar de klimaatcrisis nog eens bovenop telt, dan vraag ik me wel eens af hoe we ons moeten aanpassen aan de huidige tijd."
Dat klinkt niet erg optimistisch.
„Nee, dat klopt. Blom gaf een bepaalde interpretatie van de Bijbel de schuld. Ik heb het nog eens herlezen en begrijp wel ongeveer wat hij bedoelt. In de Bijbel staat dat de mens de wereld van God heeft gekregen en hij deze mag beheersen. De mens mag dus gewoon een boom omkappen als hij dat wilt. Dat idee is al 3000 jaar dominant en pas als we van dat wereldbeeld afkomen, is er weer hoop, om in de Bijbelse sferen te blijven."
„Tijdens mijn studie realiseerde ik me: wauw, als ik eerder de tools had gehad om met anderen op deze manier in gesprek te gaan had ik me zoveel minder alleen gevoeld"
Naast je eerdergenoemde werkzaamheden ben je ook nog steeds verbonden aan de VU. Je werkt aan een PhD over filosoferen met kinderen. Hoe is dat idee ontstaan?
„Mijn jeugd was niet makkelijk. Ik kon niet altijd goed verwoorden wat er in me omging, wist niet goed hoe ik mij moest uiten. Tijdens mijn studie realiseerde ik me: wauw, als ik eerder de tools had gehad om met anderen op deze manier in gesprek te gaan had ik me zoveel minder alleen gevoeld. Als je niet de tools hebt om te delen wie je bent en te begrijpen hoe de ander denkt, dan mis je de basis voor verbinding met elkaar."
„Met het leren van die vaardigheden kun je naar mijn mening niet vroeg genoeg beginnen. Als kinderen één uur per week filosofieles krijgen, dan krijgen ze meer zelfvertrouwen, gaat het IQ omhoog en pesten ze minder. En wat ik nog veel belangrijker vind: een kind leert reflecteren op het eigen denken. Een kind is zo niet alleen beter bestand tegen moeilijke privésituaties, maar kan zich ook beter redden in de huidige wereld. Zo leert hij bijvoorbeeld onderscheid te maken tussen een causale relatie en een correlatie. In conspiracy denken worden die vaak door elkaar gehaald. En dan heb je ineens een heel ander wereldbeeld."
„Ik pas deze principes toe bij mijn zoon van zes. Als hij een vraag stelt, dan probeer ik niet direct te antwoorden maar samen te zoeken naar het antwoord. Mijn vriend is ook filosoof, dus je kunt je er misschien iets bij voorstellen hoe de gesprekken bij ons thuis gaan. Het is een soort oneindige dialoog. Ik hoop dat onze zoon het ooit leuk vindt om mee te discussiëren, maar misschien is hij het filosofische gezwets van zijn ouders straks wel helemaal zat."
Tijdens het Brainwashfestival op 29 en 30 oktober gaat Jessica onder meer in gesprek met de wereldberoemde filosoof Toby Ord. Meer weten?