Kleine kans dat jij al je betalingen nog in contant geld doet. Nóg kleinere kans dat je onlangs nog fysiek in een bank was om bankzaken te regelen. Volgens hoogleraar Cultuurgeschiedenis Inger Leemans (47) raken wij daardoor onze connectie met de financiële wereld steeds meer kwijt.
Kun je wat vertellen over je onderzoek? "Ik doe onderzoek naar de cultuurgeschiedenis van de financiële wereld. Ik bekijk hoe mensen in vroegere tijden chocolade probeerden te maken van de aandelenhandel. Daarbij kijk ik niet zo zeer naar cijfertjes en situaties, maar naar de aandelenhandel als dagelijks systeem, vanaf de 17eeeuw tot nu. Dus ik onderzoek de handelspraktijk - welke mensen ontmoet elkaar waar - en het publieke discours - hoe hebben mensen leren begrijpen wat aandelenhandel is en hoe verhielden zij zich daartoe? Met de gewone handel had en heeft iedereen wel te maken, maar aandelen- en optiehandel is complexer. Het spanningsveld tussen wat er daadwerkelijk gebeurt en wat mensen ervan meekrijgen ligt nogal eens uiteen. Dat is nu ook zeker het geval."
Je uitspraak klinkt nogal onheilspellend. Hoe zie jij dat we die connectie kwijt zijn? "De aandelenhandel kenmerkt zich al eeuwenlang door perioden van relatieve stabiliteit en dan piekmomenten, die soms resulteren in een bubbel of crisis. Vaak volgt na zo’n financiële bubbel een culturele bubbel. Dan komen de journalisten, cartoonisten en theatermakers in actie en is er veel aandacht voor de financiële wereld. Wij onderzoeken die processen om te vergelijken hoe dit in de afgelopen eeuwen in verschillende landen is verlopen: is er een directe relatie tussen de duur en impact van de financiële en culturele bubbels? Welke constanten zien we terug?
In de culturele bubbel zijn reacties vaak gericht op een morele beoordeling: goed of fout. Dat komt ook door gebrek aan kennis. Als je namelijk niet goed begrijpt wat er precies gebeurt dan verval je in een beperkte schuldvraag. Welke bankier was fout? Wie had er een te hoge bonus? Het tweede mechanisme waarin het gebrek aan kennis zich uit is dat een crisis ervaren wordt als iets dat ons overkomt; als een natuurramp waar niemand iets aan kan doen. Dat is niet waar natuurlijk. Regulering kan helpen om crisissen te voorkomen, of de effecten ervan te beperken. Het is daarom belangrijk dat we ons blijven verdiepen."
Waardoor is dat dan nu anders in vergelijking met bijvoorbeeld de 17e eeuw? "Vroeger werd er gehandeld op de beurs. Dat was een publiek toegankelijke plaats. In Amsterdam was de beurs zelfs een van de belangrijkste toeristische trekpleisters, ook omdat het de eerste overdekte shopping mall was. Op de beursvloer was handeldrijven heel fysiek en sensorisch. Veel van de transactie zat in geluid en beweging. Kooplieden handelen via handsignalen, omhelsden elkaar. En wanneer er een deal werd gesloten, hief men de stokken en schudde men de hand. Beursbezoekers konden de dynamiek van dit spektakel volgen. Veel van de kennis die je in je hoofd opslaat, sla je ook in je fysieke systeem op: dat noemen we tacit knowledge.
Die lichamelijke handelskennis is nu weg gefilterd. Wanneer alles abstract en virtueel is onttrek je je aan het lichamelijke kennissysteem. Daarmee verlies je een zekere mate van directheid en mogelijk ook van morele controle omdat je elkaar niet meer in de ogen kijkt. Ook is het makkelijker om er niet aan te denken, want je raakt het geld immers niet meer aan. Wie spaart en nu nog in een potje? Kortom geld wordt steeds minder tastbaar."
Maar is dat zo erg? "Banken hebben daardoor meer vrijheid om ongezien dingen te doen. Ik vind dat de samenleving de opdracht heeft om zich te bemoeien met alles wat er in die samenleving gebeurt. Ook met de financiële kant ervan. Daarbij is er een kans op herhaling van crisissen doordat we de pijn uit het verleden alweer vergeten zijn. Als we ons blijven bezighouden met wat er gebeurt dan dwing je mensen om rekenschap af te geven."
Dus moeten we allemaal onze portemonnee weer volgooien met cash? "Ja, dat is één van de oplossingen om financiën tastbaarder te maken. Films, boeken en theaterstukken over de financiële wereld helpen daar ook goed bij. Zoals wat Joris Luyendijk deed met zijn boek ‘Dit kan niet waar zijn’. Daarin probeerde hij achter de schermen van de wolkenkrabbers van de Londonse city te komen.
Waarom organiseren we in Amsterdam eigenlijk geen open dagen op de Zuidas? Zo kunnen mensen weer fysiek kennismaken met hoe het er aan toe gaat daar. Wist je dat bij trade firms bijna alleen maar mannen achter computerschermen zitten? De weinige vrouwen zijn de masseuses die zorgen dat de traders en programmeurs ontspannen blijven. Wat ik daarvan vind, laat ik in het midden. Maar het is in ieder geval waardevol om de lichamelijke aspecten te zien, want die geven een ingang in deze complexe, maar invloedrijke wereld."