De invloedrijkste Nederlander in Brussel studeerde economie aan de VU. Topambtenaar Hans Vijlbrief zat samen met minister Dijsselbloem bovenop de Eurocrisis. VU Magazine sprak hem in Brussel over zijn loopbaan en drijfveren. ‘Ik was onderdirecteur van het CPB, achteraf geen gelukkige keuze. Het was daar te rustig voor mij.’
U bent nu een maand aan het werk als voorzitter van de Eurowerkgroep. Waar gaat uw werk eigenlijk over? ‘Een groot onderwerp waar ik mee bezig ben, is Griekenland. Deze zomer eindigt het derde hulpprogramma. Als Griekenland succesvol uit dat programma wil, moet het daarna op eigen benen kunnen staan. Daar komt veel bij kijken. Ik praat daarover met de crediteuren (leningverstrekkers, red.) onder elkaar en natuurlijk alle grote betrokken instituties. Denk aan de IMF, de Commissie, de ESM, de Europese Centrale Bank, dat probeer ik dan allemaal bij elkaar te houden en samen te laten werken. Daarna praten we er uitgebreid met de Grieken over.
‘Een ander belangrijk dossier is de verdieping van de Europese Monetaire Unie (EMU). In de crisis constateerden we dat niet alles goed liep, dat is een understatement, en zijn er maatregelen genomen. Nu gaan we opnieuw nadenken over de architectuur van de EMU en hoe we die beter kunnen maken.’
Hoe zien uw werkdagen eruit? ‘Mijn dagen bestaan uit veel vergaderen, bellen, praten en lezen. Ik heb twee vaste vergaderingen per maand die ik voorbereid, onder andere die met de ministers van Financiën. Daarnaast zit ik veel in het buitenland. In mijn eerste week ben ik naar Canada geweest, de voorzitter van de G7. De Eurozone is daarbij vertegenwoordigd. Ook voer ik veel achtergrondgesprekken met analisten bijvoorbeeld in het bankwezen, investment firms en denktanks. En ik kreeg al minstens tien uitnodigingen om speeches te geven. Als een soort uitlegger van wat wij doen in de Eurozone. Ik heb het nog niet gedaan, maar dat ga ik wel doen, het hoort bij mijn baan.’
‘Je moet goede ideeën hebben, betere dan anderen’
Wat komt er vooral bij kijken om te kunnen wat u doet? ‘Het is aanvoelen waar de wind vandaan komt. Mijn werk bestaat voor een aanzienlijk deel uit bellen met mensen. En dan vragen: wat vind je nou eigenlijk? Je zou kunnen zeggen dat de invloed voortkomt uit het weten wat anderen vinden. En goede ideeën hebben, betere dan anderen.
‘In de eurocrisis konden Dijsselbloem en ik een aantal weeffouten in het bankensysteem aanpakken, omdat we een goed idee hadden. En dat klinkt als een goddelijke sprank van briljantie ofzo, maar het is eigenlijk vooral een kwestie van heel erg hard werken.’
Wat trekt u vooral aan in deze functie? ‘De intellectuele uitdaging voor mij als econoom. Hier liggen fundamentele vragen die ook nog politiek zijn. Die vragen vind ik op dit moment leuker dan de vragen die in Den Haag liggen. Die zijn ook interessant, maar die heb ik al 25 jaar gedaan, dat weet ik wel ongeveer. Ik zit hier in een bepalende periode voor Europa: wat voor unie wordt het? Hoe zorg je dat die goed werkt? Wat doe je wel en niet? Van zulke vragen houd ik meer dan van afgebakende kwesties. Ik wil ruimte om te kunnen denken, en dat heb ik hier.’
Wat maakt het werken in een internationale omgeving anders dan Den Haag? ‘Als Nederlander moet ik – zeker wanneer ik geïrriteerd of moe ben – goed opletten niet te Nederlands te zijn. Niet altijd maar gelijk je oordeel geven of zeggen dat je het niets vindt. Wij hebben het niet door, maar wij zijn té bot. Het wordt onderschat, maar je kunt schade aanrichten door rechtstreeks te zijn. En dat is helemaal niet nodig: wees vriendelijk, draai soms een beetje om de boodschap heen. Wat geeft het. Mensen begrijpen het uiteindelijk toch wel. Als ik vergaderingen voorzit, moet ik continu in de gaten houden dat ik niet te kort en krachtig formuleer. Soms heb je meer woorden nodig.’
‘Als je een leuke baan wilt, moet je algemene economie gaan studeren’
Waarom koos u voor de studie economie? ‘Na 4 vwo verruilde ik het vak biologie voor economie. In de zomervakantie kon ik de stof inhalen, en dat ging waanzinnig. Ik begreep alles in één keer. Ik had talent, zag het gewoon. Als studie koos ik heel bewust algemene economie. Ik zeg altijd: als je een leuke baan wilt, moet je algemene economie gaan studeren. Wil je veel geld verdienen, kies dan bedrijfseconomie. Geld interesseert me minder dan wat je daadwerkelijk doet. Mijn ervaring leert ook dat mensen die doen wat ze écht leuk vinden, beter presteren. En mensen zien het aan je, of je plezier beleeft aan je werk.’
Hebt u weleens verkeerde carrièrekeuzes gemaakt? ‘Ik ben een jaar lang onderdirecteur van het Centraal Planbureau geweest, achteraf was dat geen gelukkige keuze. Het was daar te rustig voor mij, ik kon het gebrek aan druk niet aan. Ik ben iemand die zichzelf niet makkelijk bezighoud. Ik heb prikkels nodig. Om exact dezelfde reden heb ik in de jaren ‘90 ook heel veel moeite gehad met het afronden van mijn proefschrift, dat was ook aan de VU. Als ik te solitair moet werken, dat gaat niet goed. Ik kan mezelf niet gaande houden. Ik stond ‘s ochtends op en moest mezelf dwingen om verder te gaan waar ik de dag daarvoor was gebleven. Drie jaar aan artikelen werken, ik had er moeite mee.’
‘Ik ben er een half jaar ziek van geweest’
U heeft het afgerond op wilskracht? ‘Ik heb ijzeren doorzettingsvermogen, uiteindelijk kan ik mezelf wel dwingen. Maar ik ben er een half jaar ziek van geweest, met over- of onderspanningsverschijnselen, hoe je het ook wilt noemen. Ik voelde me niet goed.’
U refereert in dit gesprek vaak aan uw tijd met Jeroen Dijsselbloem. Hoe was het om vijf jaar zo intensief met hem samen te werken? ‘Het was heel bijzonder. Een soort toevalstreffer. Wij zijn totaal verschillend. Ik ben opvliegend, druk, praterig, heb een harde stem. Jeroen is introvert, rustig, bedachtzaam, studieus. Het was een symbiose tussen twee totaal verschillende mensen die één ding deelden: wij zijn allebei gepassioneerd met ons vak bezig. Daarom ging het ook zo goed, denk ik. Wij zagen elkaar veel meer dan onze partners.’
Vroeg uw vrouw nooit: wanneer zie ik je weer eens? ‘Zij is daar helemaal aan gewend. Dat ik nu in Brussel werk en elke week een paar nachten van huis ben, vindt ze prima. Maar in de tijden van de Eurocrisis was het extreem. Dan waren er weken dat we elkaar niet zagen, en als ik er was, ging de telefoon aan één stuk door. In mijn afscheidsspeech op Financiën vertelde ik nog dat ik vorig jaar eindelijk mijn eerste ononderbroken vakantie heb gehad. Daarvoor moest ik iedere vakantie terug naar Nederland.’
‘Ik heb de afgelopen jaren enorm veel geleerd. Toch weer’
Wat waren de mooiste periodes in uw carrière? ‘In 1992 kwam ik van de VU, toen ben ik bij Economische Zaken gaan werken. Toen minister Wijers daar in 1994 begon, zat ik in een bloeiperiode. Als beginnend medewerker werd ik in vier jaar tijd heel ervaren door heel veel te mogen doen. Ook mijn tijd met minister Brinkhorst van 2003 tot 2007 was geweldig, toen werd ik als directeur-generaal dragend en belangrijk. En de derde prachtige periode van 2011 tot 2017 was met Dijsselbloem. Dat was intellectueel heel uitdagend. Ik heb de afgelopen jaren enorm veel geleerd. Toch weer.’
Welke inzichten heeft u dan verworven? ‘Vooral inhoudelijk, op het gebied van monetair financiële zaken. En ik heb meer politieke kennis opgedaan, over de komst van het populisme. Je ziet in de Europese landen veel parallellen, de effecten van de crisis op de politiek. Dat bedoel ik met bloei, de groeispurts in je leven. Overigens kunnen die nooit twintig jaar duren. Je hebt ook periodes nodig dat je wat meer kabbelt.’
> In de Top 200 invloedrijkste Nederlanders van de Volkskrant stijgt Hans Vijlbrief jaarlijks een paar plekken In de nieuwste editie stond hij op plek 29. Op 30 staat jurist Piet Hein Donner, die in VU Magazine vertelde dat hij eigenlijk een bèta was.
Hans Vijlbrief
1963 geboren te Voorschoten | 1981- 1987 Algemene Economie, Vrije Universiteit Amsterdam | 1987-1992 Promotieonderzoek economie, VU | 1992-1997 Diverse functies bij het directoraat Algemene Economische Politiek, ministerie van Economische Zaken (EZ) | 1997-1999 Plaatsvervangend directeur Algemene Economische Politiek, ministerie van EZ | 1998-2000 Directeur (parttime) van het onderzoekscentrum voor financieel-economisch beleid, Erasmus Universiteit Rotterdam | 1999-2001 Onderdirecteur Centraal Planbureau | 2000-2010 Bijzonder hoogleraar Economische Politiek aan de VU | 2001-2004 Directeur Algemene Economische Politiek, ministerie van EZ | 2004-2010 Directeur-generaal Economische Politiek, ministerie van EZ | 2009-2010 Voorzitter van de brede Heroverwegingsgroep Veiligheid en Terrorisme |2010-2011 Directeur-generaal Energie, Telecom en Markten, ministerie van EZ, Landbouw en Innovatie | 2011-2017 Thesaurier-generaal, ministerie van Financiën | Februari 2018 Voorzitter Eurowerkgroep.