VU-aardwetenschapper Jorien Vonk doet onderzoek naar permafrost: de bevroren grond in het noordelijk halfrond. Soms wel een kilometer diep. „Als de permafrost nog verder ontdooit, kan er een enorme hoeveelheid CO2 ontstaan."
Je bent een van de wetenschappers die onlangs samen een subsidie van 30 miljoen ontvingen voor onderzoek naar de versnelling van klimaatverandering. Waarom is dit onderzoek zo belangrijk?
„Ons gezamenlijke onderzoek richt zich op terugkoppelingsmechanismen in het klimaat. Daarvan is permafrost er eentje. Voor velen klinkt die dooiende permafrost misschien als een ver-van-mijn-bed-show, ergens in Siberië. Maar als je berekent wat we vanaf nu tot 2100 met fossiele brandstoffen uitstoten aan CO2, dan kan permafrost voor ongeveer een kwart aan extra uitstoot veroorzaken. Die uitstoot van de natuur komt dan nog eens bovenop de uitstoot van de mens. Een ontzettend relevant probleem, dus."
„Daarnaast heeft de dooiende permafrost nu al enorme gevolgen voor de mensen die in het noordelijk halfrond wonen: wegzakkende huizen, olieleidingen die niet meer te gebruiken zijn, of een vissersfamilie die al generaties lang op dezelfde plek woont en nu moet verhuizen door een uitdijende rivier."
Wat is die permafrost precies?
„In tegenstelling tot wat veel mensen denken, is het geen ijs, maar bevroren grond. Het kan een paar meter diep zijn, maar soms wel een kilometer. Permafrost bevindt zich in land rond de Noordpool, bijvoorbeeld in Siberië en Canada. Zo’n 25 procent van het noordelijk halfrond bestaat eruit. Permafrost is eigenlijk een eeuwenlange opstapeling van dode planten, dieren en ander organisch materiaal, dat is omgezet in koolstof. Op het moment dat de permafrost smelt, komt de koolstof vrij en wordt het direct omgezet in CO2."
Je doet al bijna tien jaar onderzoek naar permafrost. Heb je het idee dat het belang van het onderzoek nu eindelijk wordt ingezien?
„De functie van permafrost in het mondiale evenwicht van het systeem Aarde wordt steeds meer erkend en ook steeds beter kwantificeerbaar. Daarmee kunnen we steeds concreter projecteren wat er na 2025 verder voor het klimaat verandert. Er zijn nog wel veel onzekerheden maar deze zijn met meer onderzoek, zoals door het onlangs gehonoreerde consortium, wel specifiek aan te pakken."
„De dooi van de permafrost is in gang gezet en ik denk dat het niet meer te stoppen is, maar de mate waarin die bevroren grond dooit, hebben we nog wel in de hand."
Hoe blijf je gemotiveerd temidden van de ontmoedigende klimaatberichtgeving?
„Ik probeer niet al te ontmoedigd te raken door nieuws over het klimaatprobleem en met name het gebrek aan nationale en international actie inzake emissiereducties, want anders lijden mijn energie en productiviteit daaronder. Wel probeer ik me duidelijk uit te spreken in het klimaatdebat. Het is ook niet het geval dat ik het opgegeven heb. De dooi van de permafrost is in gang gezet en ik denk dat het niet meer te stoppen is, maar de mate waarin die bevroren grond dooit, hebben we nog wel in de hand. We moeten met z’n allen zo snel mogelijk broeikasgasemissie verminderen. Het gaat alleen heel erg langzaam. Dus ik ervaar denk ik meer frustratie dan ontmoediging."
Wat voor methodes gebruik je om de permafrost te onderzoeken?
„In de zomer – wanneer de bovenste laag van de permafrost ontdooid is - nemen we monsters af die we in Nederland verder onderzoeken. Ook verricht ik met mijn onderzoeksgroep metingen in rivieren en kustzeeën om te zien hoe deze beïnvloed worden door de dooiende permafrost. Met een chemische methoden kunnen we bijvoorbeeld onderscheiden of de koolstof afkomstig is uit de dooiende permafrost of ontdooiende gletsjers. Net als een dokter je bloed meet, kan ik zo ook iets meer zeggen over de gezondheid van een gebied."
Je doet veldwerk in Siberië, wat in Rusland ligt. Hoe is dat veranderd sinds de oorlog met Rusland?
„In het begin van de oorlog hadden we nog wel contact met Russische wetenschappers. Zo konden we nog gebruikmaken van de data die zij verzamelden. Dat wordt nu steeds minder. Het is natuurlijk ook niet duidelijk of de jongere wetenschappers uitgezonden zijn, of dat er deels communicatie wordt afgeluisterd of wordt tegengehouden. Het is ook maar de vraag in hoeverre Rusland wil dat er data naar buiten komen en in hoeverre wetenschappers vrij zijn om onderzoek te doen."
„Op nationaal niveau is besloten de samenwerking met Rusland te bevriezen, maar ik vind eigenlijk dat academische samenwerking onafhankelijk zou moeten zijn. Niet dat ik mijn promovendi nu naar Siberië zou sturen, maar het is wel meer dan de helft van het arctisch gebied. Als het gaat om klimaat, permafrost en koolstof is het het belangrijkste stukje aarde. Daar zal ik me voor blijven inzetten."