Foto:

‘IN NEDERLAND AT IK DE BESTE FRIET OOIT’

21 June 2017

Ze wilde haar geboorteland helpen de waterproblemen te lijf te gaan. Nu is ze Disaster Risk Reduction Associate bij de United Nation Volunteers. Na een bachelor Environmental Science op de University of Southampton twijfelde Nilushi Kumarasinghe (23) uit Sri Lanka lang tussen Melbourne University en de Vrije Universiteit.

Je hebt bij de VU een master Environment & Resource management gedaan. Wat vind je interessant aan het milieu? “Ik kom uit Sri Lanka, en we zien daar een aantal milieuproblemen die we niet goed opgelost krijgen. Klimaatverandering wordt nog weleens gezien als iets dat over twintig of dertig jaar speelt, maar op Sri Lanka zien we dat nu gebeuren. Voor Sri Lanka betekent dat dat de moesson veel minder sterk is, of, zoals afgelopen jaar, helemaal wegblijft. Onze boeren verbouwen vooral rijst, en doordat er te weinig regen valt, mislukt de oogst. Ik vind het interessant of we dat probleem kunnen oplossen. Kijk, we kunnen vanuit Sri Lanka wel roepen dat we iets moeten doen om klimaatverandering tegen te gaan en ik vind ook dat we dat moeten doen, maar voor dit moment is het belangrijker dat we zorgen dat we ons aanpassen, bijvoorbeeld door gewassen te gaan telen die minder afhankelijk zijn van veel water.”

Dat klinkt heel Nederlands: dijken bouwen, pragmatische oplossingen, “heersers over het water”. Kwam je daarom ook naar Nederland voor je master? “Ik heb mijn bachelor milieuwetenschappen gedaan aan de University of Southampton. Terug in Sri Lanka wilde ik graag een master doen om me te specialiseren in watermanagement – want daaraan heeft Sri Lanka het meest behoefte. Nederland staat bekend om z’n watermanagement, dat is waar. Maar de University of Melbourne had ook een interessante master. Dus toen ben ik gaan wikken en wegen.”

‘Het was fantastisch om een master te doen met mensen van tientallen nationaliteiten bij elkaar’

Waarom koos je voor de VU? “Wat ik heel aantrekkelijk vond aan de VU, was dat je als vast onderdeel in het curriculum een project ging doen bij een ngo. Dat is een mooie kans; je komt daar anders als student niet makkelijk binnen. Daarbij kwam dat de VU een specialisatierichting Water & Klimaat had. Maar uiteindelijk gaf het project de doorslag.”

Hoe vond je de VU? “Het was fantastisch om zo’n master te doen, waarbij je met mensen van tientallen nationaliteiten bij elkaar zit. Het was jammer dat alle internationale studenten ook bij elkaar in één flat woonden, want dan loop je het risico dat je een groep expats houdt en een groep locals, maar desondanks mixte het goed. Ik moest wel erg wennen aan het onderwijssysteem, waarbij je elke twee maanden weer een ander vak hebt. Ik was twee semesters gewend. Dit was heel intens. Je dompelt echt onder in een vak. Dat is wel een voordeel.”

Wat is je bijgebleven van Nederland? De meeste expats missen achteraf de stroopwafels. “Ik hield eigenlijk niet zo van stroopwafels, maar ik heb wel de beste friet ooit gegeten. Hier in Colombo hebben we wel friet, maar die kan niet tippen aan die van Nederland. M’n beste herinneringen gaan terug naar Brouwerij ’t IJ, waar ik vaak met vrienden op de fiets heen ging. We woonden in Amstelveen, dus dat was wel een stukje fietsen. Daarover gesproken: de terugtraprem mis ik niet. Daar heb ik erg aan moeten wennen, net als aan het hand uitsteken.”

Wat voor project heb je uiteindelijk gedaan? “Ik ben terecht gekomen bij een pilotproject van Wetlands International, dat scenario’s wilde uitwerken voor wat er kon gebeuren met de Niger delta als gevolg van klimaatverandering. Het interessante vond ik dat we hier een nieuwe methode hebben gebruikt om die scenario’s te schetsen. Je kunt met zo’n project echt iets zeggen over veranderingen in de leefbaarheid van zo’n gebied.”

‘We proberen uit te zoeken hoe Sri Lanka het best kan reageren op klimaatverandering’

Is dat ook een onderdeel van je werk na je studie? “Ja. Eenmaal terug in Sri Lanka werk ik nu als Disaster Risk Reduction Associate bij de United Nation Volunteers. Het is een fantastische baan. We proberen voor de kwetsbaarste regio’s in Sri Lanka uit te zoeken hoe ze het best kunnen reageren op klimaatverandering, die bij ons dus leidt tot droogte. Aan de ene kant kun je overstappen op andere gewassen die minder water-intensief zijn dan rijst, maar aan de andere kant kun je ook efficiënter met water omgaan. We zijn aan het uitzoeken hoe we bijvoorbeeld water in grote bassins kunnen opvangen en bewaren voor drogere periodes.

Fascinerend: toen we berekenden waar die bassins idealiter moesten komen, vonden we op die plekken meer dan eens restanten van oude waterbassins. Die stammen uit de tijd van de koningen, meer dan duizend jaar geleden. Dat is verbazingwekkend: blijkbaar beschikten ze toen over kennis waardoor ze de bevloeiing van de rijstvelden ook efficiënt konden regelen.

Voor nu past dit werk goed bij me. Ik weet nu beter wat ik wil in het leven. Klimaatverandering treft de armen het hardst: zij kunnen niet de maatregelen treffen die soms nodig zijn, omdat ze er de middelen niet voor hebben. Ik vind het mooi dat als ik daar iets aan kan doen. Ik kan juist die mensen helpen om zich aan te passen. Dat vind ik mooi.”