In een razend tempo rollen de woorden uit zijn mond, zonder dat hij ergens blijft steken of verdwaalt in zijn eigen zinnen. Arthur Noordhuis van het Nederlands Debat Instituut praat even behendig als een profvoetballer een bal in de lucht houdt. Vandaag brengt hij tien cursisten zijn vaardigheden bij.
Enigszins rood aangelopen van het intensieve lesgeven eet hij met de deelnemers een broodje mee. We spreken docent Arthur Noordhuis in de lunchpauze van de cursus Adequaat reageren en improviseren, georganiseerd door de VU Law Academy. Tussen de happen door vertelt hij over de improvisatieoefening die ze net hebben gedaan. Hiervoor moesten de deelnemers Noordhuis van een bepaalde stelling overtuigen en reageren op zijn lichaamstaal. De meesten gingen te veel op in hun eigen verhaal. Volgens Noordhuis een veelgemaakte fout: “Iedereen is geneigd alleen te zeggen wat hij zelf belangrijk vindt, en vergeet zich af te vragen wat belangrijk is voor de ander.” Zijn tip? “Geef de argumenten die je tegenpartij aandraagt allemaal een nummer, en weerleg deze een voor een voordat je je eigen mening geeft.”
We vroegen drie cursisten naar hun indruk van de cursus. “Je kunt bij Noordhuis niet achteroverleunen of even een stuk afschrijven, wat veel advocaten bij andere cursussen proberen.”
Shirley Sewnath (46) advocaat asielrecht. Opleiding: ondernemingsrecht aan de Vrije Universiteit.
“Je kunt bij Noordhuis niet achteroverleunen of even een stuk afschrijven, wat veel advocaten bij andere cursussen proberen. Door de oefeningen word je gedwongen om mee te doen. Het fijne van zo’n kleine groep is dat iedereen heel open is en eerlijk durft te zeggen waar hij mee zit. Vandaag heb ik geleerd dat het ook goed kan werken om te eindigen met je eigen standpunt, in plaats van ermee te beginnen. Wat je het laatste hoort blijft namelijk het langst hangen.”
Wil Baars (59), secretaris bezwaarschriftencommissie. Opleiding: rechten aan de Universiteit Leiden.
“Ik ben gekomen om mijn discussietechnieken te verbeteren. Ik had verwacht dat we vooral video’s van goede en verkeerde redenaties zouden analyseren, maar je moet echt zelf aan de slag. Dit vind ik best lastig. Ik vind het leuk dat de groep heel divers is: het is een mix van advocaten, mensen uit het bedrijfsleven en ambtenaren. De beste tip die ik heb gehoord: ga niet meteen tegen argumenten in. Je kan beter een kleine omweg maken, door te zeggen “dat zou een opvatting kunnen zijn, maar…”, en daarna pas je tegenargumenten inbrengen. Zo voorkom je een ja-neediscussie.”
Arno Jacobs (45), advocaat privaatrechtelijk bouwrecht. Opleiding: rechten aan de Universiteit Leiden.
“In rechtszittingen moet je reageren op argumenten van de wederpartij. Hier zitten altijd verrassingen bij: je cliënt zegt iets onhandigs, of de wederpartij heeft iets in het dossier gevonden waar je zelf overheen hebt gelezen. Dan moet je improviseren. Noordhuis heeft ons een paar standaardzinnen geleerd waarmee je je reactie kunt beginnen. Bijvoorbeeld: “Ik ben heel blij dat u dit punt aanhaalt, want daar heb ik zelf ook over nagedacht.” Zo geef je jezelf meer tijd om na te denken over je antwoord. Ook trek je luisteraars op deze manier makkelijker je verhaal in. Noordhuis doet het heel goed, vind ik: hij is heel enthousiast en geeft iedereen persoonlijke feedback.”
Op de VU-site staat een overzicht van alle opleidingen voor professionals.