Een safe pair of hands, dat is de nieuwe baas van ABN Amro, Kees van Dijkhuizen. De VU-alumnus economie werd geïnterviewd in de Groene Amsterdammer. ‘Bij de overheid kende ik de werkvloer van haver tot gort, omdat ik van onderaf was opgeklommen. Bij die bank niet.’
Nederlandse chief executive officers laten nauwelijks nog van zich horen, signaleerde NRC Handelsblad afgelopen september in de special De (on)zichtbare topbestuurder. De mannen – en inmiddels een handjevol vrouwen – zijn het beu spitsroeden te lopen in de media.
Als baas van een bank die met miljarden aan belastinggeld is gered, kun je niet kiezen voor de luwte achter de schermen. Kees van Dijkhuizen, de nieuwe topman van ABN Amro, behoorde tot de slechts vier van de 25 benaderde topmanagers die wél meewerkten aan de NRC-special. Ook De Groene Amsterdammer stond hij te woord.
Architect wou hij worden
Bankieren was niet waar Van Dijkhuizen in zijn jeugd al van droomde. ‘Ik wilde architect worden’, zegt hij. ‘Maar ja, ik had geen natuurkunde, dus dat feest ging niet door.’ Het werd economie, aan de Vrije Universiteit Amsterdam. ‘Politieke economie domineerde in die tijd. Ik leerde nieuwe paradigma’s, over de invloed van lobbyisten en belangengroepen. Dat sprak mij sterk aan.’ Na zijn afstuderen koos Van Dijkhuizen in 1980 voor het ministerie van Financiën. ‘Voor al mijn banen ben ik gevraagd.’
Hij werkte ook 12 jaar bij het ministerie van Economische Zaken. In 2000 keerde hij terug naar Financiën als thesaurier-generaal. ‘Ik heb de introductie van de euro gedaan. En het nieuwe toezicht op banken en verzekeraars, waaronder de oprichting van de Autoriteit Financiële Markten.’ Eén decennium eerder waren ABN Amro en ING Groep uit fusies ontstaan. ‘In de markt dacht men toen: groter is beter voor financiële instellingen. Daar waren wij ambtenaren het wel mee eens.’
De bank: een totaal andere wereld
In 2013 trad Van Dijkhuizen aan bij ABN Amro als chief financial officer. Hij belandde in een totaal andere wereld. ‘Bij de overheid kende ik de werkvloer van haver tot gort, omdat ik van onderaf was opgeklommen. Bij die bank niet. Ik begreep er niets van.’ Waarom was hij dan gevraagd? ‘Omdat ze daar wisten dat ik het wel heel snel zou leren begrijpen, haha!’ Dat klopte, maar het werd geen easy ride. Twee jaar na zijn aantreden begon de kredietcrisis. In een race tegen de klok moest Van Dijkhuizen bezittingen verkopen om de schulden van NIBC af te lossen. ‘Wij hadden geen spaarders voor de funding van onze activiteiten, zoals alle andere banken.’ Weer kreeg hij aanbiedingen in die tijd, maar hij sloeg ze allemaal af. ‘Ik wilde mijn klus afmaken.’ Dat zou zevenenhalf jaar duren. Tweeënhalf jaar langer dan hij zich had voorgenomen.
Begin dit jaar werd hij de nieuwe baas van ABN Amro. De bank wilde een ervaren bankier, de minister liefst een buitenstaander, met een meer ‘maatschappelijke antenne’. Het werd Kees van Dijkhuizen. Een safe pair of hands, gepokt en gemazeld aan publieke en private fronten.
Nu voert Van Dijkhuizen forse saneringen door, en wel in de top. ‘We moeten bij de bank wennen aan een minder vastgeroeste mentaliteit’, zei hij tegen Het Financieele Dagblad.
> Lees het hele artikel over Kees van Dijkhuizen en Wiebe Draijer in De Groene Amsterdammer.