Inmiddels zijn er meer dan 100.000 VU-alumni. Waar kwamen ze na hun studie terecht? In deze speciale editie portretteren we drie alumni die zich met hun start-up aangesloten hebben bij de recentelijk geopende VU StartHub.
Valentijn Vroom (30) studeerde Environment and Resource Management en is oprichter van Spullenbaas.
Met je bedrijf, Spullenbaas, fungeer je als inboedelopkoper: wat doe je precies?
„Wanneer een huis leeggehaald moet worden, komt er meer bij kijken dan je in eerste instantie denkt. Helemaal als het gaat om een overlijden. Wij zorgen ervoor dat een woning binnen een aantal dagen bezemschoon wordt opgeleverd en dat alle spullen voor zover mogelijk een tweede leven krijgen. Staan er waardevolle spullen in een woning? Dan geven we een korting op de ontruiming. Het gaat trouwens niet alleen om overlijdensgevallen. We halen ook de huizen leeg van mensen die kleiner gaan wonen, expats die teruggaan naar hun eigen land of Airbnb-huizen die verkocht moeten worden."
Hoe is het idee voor Spullenbaas ontstaan?
„Het handelen an sich heb ik altijd als hobby gehad. Ik had een loods vol met ijskasten en stoelen en kocht bijvoorbeeld een partij wijn op om ergens anders weer te verkopen.Toen mijn vader een paar jaar geleden overleed, stond ik zelf voor een grote taak: het hele huis moest leeggehaald worden. Zijn spullen verkocht ik via veilinghuizen, handelaren en kanalen als Marktplaats. Ik had me nooit gerealiseerd wat een werk hierbij komt kijken, terwijl je al door zo’n moeilijke periode gaat. Daarnaast had ik genoeg van mijn baan als consultant. Ik wilde meer met mensen in contact zijn, in plaats van de hele dag achter de computer rapporten schrijven. Toen aan het begin van de Covid-pandemie alle vacatures dicht gingen, ontstond het idee voor Spullenbaas."
Inboedelopkoper is een oud beroep. Hoe onderscheid jij je met Spullenbaas van concurrenten?
„Het voornaamste is dat wij een persoonlijke benadering hebben. Ik wéét wat er allemaal bij komt kijken als je tijdens het rouwen ook nog een huis moet leeghalen, een huis moet verkopen of een erfenis moet verdelen. Ik zorg ervoor dat mensen bij ons hun verhaal kwijt kunnen, dat we een ondersteunende partij zijn in de rouwperiode of chaotische periode zoals een verhuizing, en niet alleen praktisch de boel leeghalen."
Waar helpt de VU StartHub jou bij?
„Mijn voornaamste uitdaging is het opschalen van het bedrijf. Nu doe ik gemiddeld twee inboedels in de week. Maar hoe ga ik het aanpakken als ik tien inboedels heb? Hoe zorg ik dat ik dan nog persoonlijke service aan de klanten kan bieden? Ik moet in kaart brengen welke stappen ik daarvoor moet nemen."
„Daarvoor heb ik veel aan de Startup Launch: een tienweekse workshop waarin je een businessplan maakt. Het is arbeidsintensief, maar die deadlines helpen mij om niet alleen in maar ook aan mijn bedrijf te werken. Ik wil van ‘Valentijn met Spullenbaas’ naar Spullenbaas als autonoom bedrijf. Uiteindelijk wil ik internationaal opereren. Kastelen in Frankrijk leeghalen: dat lijkt me wel wat."
Jozien Boersma (41) studeerde Business Administration en is mede-oprichter van Vini mini.
Vertel, wat is Vini mini precies?
„Het aantal kinderen met een voedselallergie is de afgelopen tien jaar verdubbeld. Met de producten van Vini Mini kunnen ouders op een veilige, gezonde en betrouwbare manier voor het eerst pinda geven en blijven geven aan hun baby. Hierdoor wordt de kans op een pinda-allergie verkleind. Door het geven van onze producten kun je tevens checken of er al een allergie is ontwikkeld."
Waardoor komt het dat het aantal kinderen met een voedselallergie is verdubbeld?
„Daar bestaan verschillende theorieën over. Belangrijk is in ieder geval dat veel meer kindjes last hebben eczeem doordat we steeds schoner leven. Hierdoor ligt de huid van baby’s open en kunnen allergenen die zitten in producten als ei, pinda en noten via de lucht bij de huid naar binnen komen. Wanneer een baby die producten daarna gaat eten, denkt het lichaam: dit is niet zoals het moet en kan een allergische reactie optreden. Belangrijk is dat de eerste aanraking met die allergenen dus via het eten ervan gebeurt."
Je bent het bedrijf begonnen samen met je compagnon Laurie. Hoe kwamen jullie op het idee?
„Laurie gaf haar zoontje toen hij nog een baby was een klein stukje ei. Hij raakte vervolgens in een anafylactische shock en moest met een ambulance naar het ziekenhuis. Eenmaal daar bleek dat hij ook een allergie voor pinda en noten aan het ontwikkelen was. Het is gelukkig goed gekomen met hem, en door hem daarna langzaam te laten wennen aan noten en pinda is hij hiervoor niet allergisch geworden. Maar het was natuurlijk een traumatische gebeurtenis."
„Laurie wilde daarna vooral aan jonge ouders het belang van vroegtijdige introductie van allergenen vertellen, zodat ze niet in dezelfde situatie terecht zouden komen. Ik kende Laurie nog van mijn studie, werkte in de kindervoeding bij Danone en dacht: we kunnen het ouders wel vertellen, maar hoe je het moet doen is niet makkelijk. Dan zat Laurie weer 26 walnoten fijn te malen om er een smoothie van te maken of 84 hazelnoten te verkruimelen voor een koekje. Daarom ontwikkelden wij producten die makkelijk, betrouwbaar en gezond zijn. We kozen voor pinda, omdat daar al wetenschappelijk onderzoek naar gedaan was, maar producten voor ei en andere noten zitten nog in de pijplijn."
Staat het wennen aan ei of pinda dan niet in de richtlijnen van de GGD?
„Het staat wel in de richtlijnen, maar we zien het nog vaak misgaan. Als er iets is dat belangrijker wordt geacht tijdens zo’n gesprek op het consultatiebureau, wil het nog weleens vergeten worden. Terwijl de gevolgen groot kunnen zijn. Het liefst wil je ook, dat wanneer je met een baby met eczeem bij de huisarts komt, hij of zij zegt dat je eerder moet beginnen met het geven van allergenen dan bij een baby zonder eczeem."
Waarom zouden ouders niet zelf een pinda malen?
„Als ouders dat willen doen is het minimaal net zo goed. Ik vind het waanzinnig als ouders daar de tijd en energie in stoppen. Als ze door ons gemotiveerd worden, ben ik al blij. Wel is het zo dat wij iedere partij pinda’s testen hoeveel allergenen erin zitten. Daarnaast bevat de gemiddelde pinda zware materialen. Onze producten bevatten ‘babykwaliteit’ pinda’s."
Jullie zijn zo te horen al best ver in jullie start-up en het ontwikkelen van producten. Hoe kan de VU StartHub jullie ondersteunen?
„We willen graag funding ophalen en zijn momenteel op zoek naar Angel Investors (mensen die hun eigen geld investeren, red.). Wanneer we vastlopen, weten Hans Drenth en Marike Oostveen van de Hub ons te helpen. Het is ons doel om ook buiten Nederland verkrijgbaar en bekend te zijn. Vorige week zijn we volgens EIT FOOD, een Europees project, verkozen tot de meest veelbelovende, innovatieve Europese start-up. Dus hopelijk liggen we over een tijdje in de Nederlandse schappen of een buitenlandse supermarkt."
Daan Verhorst (27) studeerde politieke wetenschappen en is mede-oprichter van Blooming Buildings.
Je studeerde politieke wetenschappen en zit nu met je vingers in het groen: vanwaar die omslag?
„Mijn vader zat in het staatsbosbeheer en mijn moeder is tuinarchitect. Ik dacht altijd: het zal wel met jullie planten, ik ga naar de stad en ga de politiek in. Dat liep anders. Ik mocht tijdens mijn opleiding op exchange en ben in mijn derde jaar naar Singapore gegaan. Dat is zo’n bijzondere stad, zo groen en modern. Ik zag daar hoe groen een onderdeel van de ontwikkelingsstrategie was om de stad aangenamer te maken. Zo is het zaadje geplant."
Het zaadje voor Blooming Buildings: wat doen jullie precies?
„Wij proberen meer groen in de wereld te creëren door gebieden en vooral gebouwen op een bijzondere manier te beplanten. Denk aan stadskantoren waar aan de hoge plafonds bijzondere klimplanten hangen of de entree van een ziekenhuis met een scala aan planten en bloemen, die er elk seizoen anders uitziet. Waardevol voor patiënten die er vaak komen. Sommige bedrijven huren ons in om hun kantoor aantrekkelijker te maken, andere omdat groen en duurzaamheid binnen hun bedrijfscultuur past en weer andere omdat ze willen bijdragen aan een groenere omgeving."
Het kwik kan zomers in de stad aardig oplopen. Op het Jaarbeursplein naast station Utrecht Centraal werd als grondtemperatuur afgelopen zomer maar liefst 55,5 graden Celsius gemeten. Wat denk jij als je dat leest?
„Verschrikkelijk natuurlijk. Ik spreek regelmatig met ontwerpers en bouwers die vinden dat de stad toch rauw en stedelijk moet zijn en die beplanting zien als extra aankleding. Dan denk ik echt: jullie snappen er niks van. Zonder verandering is de stad een verschrikkelijke plek tegen de tijd dat ik tachtig ben. Gelukkig hebben die extreme hitte en droogte van afgelopen zomer wel aan de realisatie bijgedragen dat we het niet gaan redden als we zo doorgaan."
„Kijk, bij de overheid is de wil om te vergroenen er echt wel. Alleen de invulling was eerder vooral gericht op de participatie van burgers en niet op de activatie van bedrijven of vastgoed. Het begint nu langzaam te dagen bij overheden en bedrijven dat groen een investering is die op meerdere vlakken rendeert. Het is belangrijk dat het daarom niet wordt gezien als kostenpost, maar als belangrijk onderdeel van je ontwikkeling of project."
Waar helpt de VU StartHub jullie mee?
„De VU Starthub is met haar mooie ruimte en community precies wat we nodig hadden. We gaan daar als beginnende ondernemers allemaal door hetzelfde proces heen en het is nog eens gezellig ook. Daarnaast helpen Hans en zijn team ons goed met de algemene vragen van een bedrijf op orde krijgen; het structureren van bedrijfsprocessen, aanpakken van marketing en social media en maken van een schaalsprong. Op donderdagen geven ze korte sessies over de verschillende facetten van het ondernemen. Echt een waardevolle plek voor ons dus. Extra leuk is dat we met Blooming Buildings de binnenruimte van de StartHub hebben mogen vergroenen."
