Een burn-out is onmogelijk betrouwbaar vast te stellen, aldus psychiater Christiaan Vinkers. De hoogleraar stress en veerkracht aan het Amsterdam UMC pleit voor een nieuwe gezamenlijke visie, meer kennis, maar vooral: voor een betere aanpak in een vroeg stadium.
Je onderzoek zal voor mensen met een burn-out geen prettig bericht zijn.
„Laat ik gelijk vooropstellen dat ik het lijden van deze mensen niet wil bagatelliseren. De klachten die zij ervaren, zijn reëel en soms zeer ernstig. Alleen: de diagnose die op hun ervaringen is geplakt is niet betrouwbaar. Als je niet weet wat een burn-out is en geen professional kan het betrouwbaar vaststellen, vraag ik me af hoe je die mensen dan goed kunt helpen."
„Het probleem met de term burn-out is dat een heldere definitie ontbreekt. Iedereen gebruikt de term op een andere manier. We doen wel alsof we weten om welke symptomen het gaat, maar eigenlijk hebben we geen idee. Het varieert van lichte stressklachten tot ernstige en langdurige uitval die soms jaren duurt."
„Burn-out staat ook niet in de DSM-5 (psychiatrisch naslagwerk, red.), al is dat niet het echte probleem. De kern van het probleem is dat de wetenschappelijke basis van burn-out erg wankel is. Juist omdat het geen betrouwbare diagnose is, zorgt het voor een patstelling en ontbreekt een goede behandeling."
„Er is een grote discrepantie tussen hoeveel we over burn-out praten en hoe weinig we er eigenlijk vanaf weten."
„Dus als je vraagt: hoeveel mensen in Nederland hebben een burn-out? Dat weten we niet. Wat is precies een burn-out? Is het anders dan een depressie? Er is een grote overlap tussen burn-out waar mensen langer uitvallen en depressie, maar ook dat weten we niet. Er is een grote discrepantie tussen hoeveel we over burn-out praten en hoe weinig we er eigenlijk vanaf weten."
Wat is je verklaring voor het - zoals je schetst - losjes gebruiken van de term burn-out?
„Burn-out is een term die een maatschappelijke functie heeft. Er zit minder stigma op dan bijvoorbeeld bij een depressie of angststoornis. We zien ook dat klachten bij hoogopgeleide mensen eerder een burn-out worden genoemd dan dezelfde klachten bij lageropgeleiden."
„Opvallend, want in de jaren zeventig, toen de term burn-out ontstond, was het juist een altruïstisch fenomeen. Met andere woorden: je raakte overspannen vanwege het feit dat je andere mensen niet kon helpen. Artsen, advocaten of maatschappelijk werkers konden last van burn-out krijgen, maar een buschauffeur of IT'er per definitie niet. En in de VS is burn-out nooit een ziekte geweest maar eerder een maatschappelijk fenomeen. Met de oversteek naar Nederland is burn-out hier een aandoening geworden, die bovendien iedereen in Nederland ongeacht leeftijd of werk kan krijgen."
Een van de dingen die opvalt, is dat er een grote vrije markt is aan mensen die zeggen wat je tegen een burn-out kunt doen.
„Dat klopt en dat is een probleem. Het gevolg van dat burn-out geen betrouwbare diagnose is, is dat ook niemand er echt eigenaar van is. Dus het is een beetje van de psychiater, een beetje van de bedrijfsarts, een beetje van de huisarts, een beetje van de coach. En dan heb je ook nog een wildgroei aan coaches en zelfbenoemde burn-out-experts."
„Op de radio hoorde ik onlangs een reclame: ‘Binnen 60 dagen gegarandeerd 100% van je burn-out af.’"
„Op de radio hoorde ik onlangs een reclame: ‘Binnen 60 dagen gegarandeerd 100% van je burn-out af.’ Ik vraag me dan echt af wat je dan precies geneest. Het is vreemd dat we dit bij soms echt ernstige en langdurige klachten laten bestaan. Dat doen we bij depressie of een angststoornis toch ook niet?"
Wat kunnen we wél zeggen over de burn-out?
„Wat we wel kunnen stellen is dat het een fenomeen is waar iets van stress in zit. Het is geen probleem van de 21e eeuw. In Nederland bestond de term overspannenheid al voordat de term burn-out kwam. Daarvoor was er de managersziekte. En daarvoor - rond 1920 - sprak men van neurasthenie, waar mensen een overbelast zenuwstelsel hadden door de complexe maatschappij en toenemende druk. En dat is niet om het verschijnsel te bagatelliseren, maar wel om het in een goede context te plaatsen. Zolang de mens leeft, heeft hij met stress te maken en dus ook met te veel stress en de gevolgen ervan."
Maar maakt de digitale maatschappij waarin we ons nu bevinden de wereld niet wel degelijk complexer?
„Grappig, want dat vonden mensen in 1930 ook. Advertenties van medicijnen uit die tijd gaan bijvoorbeeld over de toename van nervositeit. Die teksten spelen in op de snelle ontwikkelingen in de maatschappij die niet meer bij te houden waren, namelijk: fabrieken, auto's, telefoon, openbaar vervoer. Ik denk zeker dat factoren zoals globalisatie, klimaatverandering en social media een rol spelen, maar stress komt uit alle hoeken en gaten."
„Het valt me op dat mensen vaak een simpele verklaring zoeken voor een complex probleem. Neem nu social media. Dat is echt minder negatief dan we denken; vaak ook erg positief zelfs. Wat je wel ziet is dat ongelukkige mensen ongelukkiger worden als ze social media gaan gebruiken. Maar social media maken op zichzelf echt niet iedereen ongelukkiger."
Waar ligt dan nu de bal in het preciezer definiëren van deze klachten?
„Nou, het is in ieder geval van belang om het beter te onderzoeken. Er zijn bijna geen bewezen effectieve behandelingen voor burn-out. Dat komt omdat de wetenschappelijke basis ervan zo wankel is. Dan wil je een wetenschappelijk onderzoek doen met 100 mensen met een burn-out, maar je kan niet betrouwbaar vaststellen wie dat dan heeft, of dat er geen sprake is van depressie, of gewoon ‘normale’ stressklachten. De conclusie kan zijn dat de burn-out echt een nieuwe vorm van overbelasting is, maar het zou ook kunnen dat het om een vorm van depressie gaat. Er komt in ieder geval meer duidelijkheid, en dat lijkt me voor de mensen die er last van hebben alleen maar goed."
„Los van de discussie over de diagnose burn-out moeten we het ook hebben over stress. Welke stressvolle weg gaat vooraf aan de ontregeling die we nu burn-out noemen? Burn-out is geen werkaandoening. Stress komt ook uit privésituaties, zoals financiële problemen, mantelzorg of ziekte. Stress is op zichzelf een normaal proces, maar iedereen heeft een eigen unieke grens waar het te veel wordt. Als er te lang veel stress is, kan iemand langdurig uitvallen. We moeten er dus bij zijn zodra stress dreigt te escaleren. Dat lukt nu niet goed. Vaak zie je dat wat een organisatie doet, of wat een individu doet te weinig op elkaar aansluit. Bovendien ben je dan eigenlijk al te laat, dus je zou veel eerder moeten ingrijpen."
„Iedereen heeft een eigen ‘stressorkest’: een eigen unieke manier om op stress te reageren."
„Stel, ik ervaar veel stress. Ik worstel bijvoorbeeld met zingeving, mijn relatie is uitgegaan en het huis moet verkocht worden, dan zou het fijn zijn als mijn werkgever vraagt wat ik nodig heb. Als ik dan kan zeggen dat ik wat tijd nodig heb, dan hoop ik dat hij zegt: joh, prima, ik zie je over een paar weken. Recent hebben we een grote NWO-subsidie gekregen om hier onderzoek naar te doen met een multidisciplinaire DESTRESS-consortium, en te zorgen dat het gesprek tussen werkgever en werkende aan de hand van stresssignalen goed tot stand komt."
Je onderzoekt of men kan voorspellen wie psychiatrische klachten zal ontwikkelen door stress en wie niet. Wat kun je daarover zeggen?
„Iedereen heeft een eigen ‘stressorkest’: een eigen unieke manier om op stress te reageren, die ook nog eens verandert gedurende een leven. Hoe we op stress reageren heeft te maken met biologie, psychologie en omgeving. Voor een deel is je stressbestendigheid bijvoorbeeld terug te voeren op je dna. Maar mensen die in hun jeugd verwaarloosd zijn, raken ook sneller uit balans. Daarnaast speelt karakter een rol: ben je een piekeraar, of ben je juist optimistisch ingesteld? Al dat maakt hoe je reageert op het moment dat er van alles op je af komt. Kun je dan weer terugveren, en blijf je je eigen stressorkest op een goede manier spelen?"
Wat hoop je te bereiken?
„Ik denk echt dat we meer grip op stress en burn-out kunnen krijgen. Daarvoor moeten we niet alleen opsommen wat een burn-out niet is, maar juist met verschillende disciplines uit de wetenschap en de maatschappij nadenken over hoe we wél vooruit kunnen komen. Juist om er meer grip op te krijgen en mensen met ernstige klachten beter te kunnen helpen, moeten we de status quo niet accepteren."
Meer lezen over het onderwerp? Christiaan Vinkers - in de ban van burn-out.