Kleuters die tijdens het kringgesprek stil en aandachtig luisteren naar de leerkracht. Ideaal? Niets blijkt minder waar. ‘Stel open vragen en laat ze op elkaar reageren’, aldus promovendus Chiel van der Veen.
Van der Veen onderzocht hoe je kleuters taalvaardiger kunt maken en minder vaak buiten de groep laat vallen, door een simpel verschil in aanpak van het kringgesprek. Hij ontwikkelde een eenvoudige training voor leerkrachten, om kinderen meer ruimte te geven in het kringgesprek. In acht weken leerden kinderen beter communiceren en redeneren, en reageerden ze in gesprekken vaker op elkaar.
Het kringgesprek is te gesloten
Kleuters kunnen tijdens het kringgesprek gedachten onder woorden brengen en samen nadenken. Hét moment voor kleuters om zelf te praten, in plaats van te luisteren naar de juf of meester. Toch gebeurt dat vaak niet. Veel leerkrachten hebben een sturende rol en stellen tijdens een kringgesprek voornamelijk gesloten vragen. Dus gooide van der Veen het over een andere boeg en trainde hij de leerkrachten in gesprekstechnieken. Met de juiste vragen kunnen ze kinderen uitdagen. Zo krijgen kinderen meer ruimte om hun ideeën in te brengen, te redeneren en kritisch naar elkaar te luisteren.
5 tips voor aan de keukentafel
Ook ouders zelf kunnen de technieken toepassen om kinderen beter te leren communiceren. 5 Tips van wetenschapper Chiel van der Veen:
1. Laat een stilte vallen na een vraag. Zo geef je kinderen de ruimte om te denken en te reageren. Probeer het herhalen of specificeren van de vraag te voorkomen, ook als je kind niet direct reageert.
2. Daag kinderen uit om te redeneren, door een vraag als: hoe kom je daarbij? Of: waarom denk je dat?
3. Laat kinderen op elkaar reageren, met een vraag als: ben je het met hem of haar eens?
4. Daag kinderen uit om zich duidelijk uit te drukken, bijvoorbeeld door te vragen: kun je daar wat meer over vertellen?
5. Stel open vragen.
Tegenvaller
Tijdens de training gaven veel leerkrachten aan dat ze de gesprektechnieken al toepasten, maar dat bleek toch vies tegen te vallen. Van der Veen filmde de kringgesprekken en keek de opnames samen met de leerkrachten terug. Het bleek dat ze na een vraag vaak geen pauze lieten vallen, maar de vraag herhaalden of specificeerden. Hierdoor kregen de kinderen niet de kans zelf na te denken. Door stiltes ontstaat er meer ruimte voor kinderen om te praten.
Kleuters meer aan het woord
Van der Veen vergeleek kleuters van getrainde leerkrachten met kleuters uit een controlegroep. De training wierp zijn vruchten af. De leerkrachten hadden minder het woord, en de kinderen meer. Bovendien gingen de kinderen tussen de vier en zeven jaar vooruit op hun mondelinge communicatieve vaardigheden. Ook werden ze beter in redeneren. Dat was onder andere te zien aan het feit dat ze meer redeneerwoorden gebruikten, zoals ‘omdat’, ‘want’ en ‘ik bedoel’. Aan het onderzoek deden meer dan 500 kleuters mee.
Taalvaardigheid
Een goede mondelinge taalvaardigheid is belangrijk voor succes in de verdere schoolloopbaan, sociale acceptatie en in het leren en denken van kinderen. Ook blijkt dat kinderen die goed mondeling kunnen communiceren, minder vaak buiten de groep vallen. Van der Veen promoveerde vorige maand op zijn onderzoek.
Dit artikel is deels gebaseerd op De kennis van nu. Benieuwd naar het volledige proefschrift? Bekijk de online versie.