Als onderhandelaar kan hij namens de minister vrij praten met andere partijen. Lennart Salemink is de politiek assistent van demissionair minister Schultz en VU-alumnus bestuurskunde. Hij vertelt studenten op de VU over zijn werk. ‘Mijn baan stopt ook als er een nieuw kabinet aantreedt, dat is onderdeel van het werk.’
“Wie weet hoe onze koning heet?” vraagt Lennart Salemink (33) aan de dertien eerstejaars voor hem. Aarzelend gaat er een vinger omhoog: “Willem, toch?”. Nog een vraag van de politiek assistent van demissionair minister Schultz van Haegen: “Wat is de grootste partij van Nederland?” Na wat geroezemoes klinkt het eenstemmig: “VVD!”
Het lijken inkoppertjes. De studenten studeren tenslotte Philosophy, Politics & Economics – politieke achtergrondkennis valt te verwachten. Maar het merendeel van die studenten komt uit het buitenland. En net zo weinig als wij op school leren over de Poolse regering, leren ze daar over ons politieke systeem.
Intensief jaar
Salemink is geen onbekende op de VU: na een bachelor politicologie aan de UvA volgde hij hier in 2009 de eenjarige master Public Administration, de Engelstalige master bestuurskunde. “Een intensief jaar waaraan ik veel goede vrienden heb overgehouden. We waren met zo’n 25 studenten en vormden echt een hecht groepje.” Datzelfde lijkt te gelden voor de PPE-studenten. Niet iedereen is aanwezig – dat krijg je nu eenmaal bij een studie vol deadlines, congressen en buitenlandse conferenties – maar de aanwezigen zijn toegewijd. Ze zijn gewend om actieve input te leveren tijdens colleges, en om te debatteren. PPE is een Engelstalige opleiding waarbij je de samenleving leert doorgronden vanuit filosofische, economische en politieke invalshoeken ter voorbereiding op een leidinggevende functie.
‘Dit is het Torentje’
“In mijn tijd was deze studie er nog niet”, zegt Salemink. “Anders had ik er misschien ook wel voor gekozen.” Hij is sinds tweeënhalf jaar de politiek assistent van VVD-minister Melanie Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu. Zijn lezing is onderdeel van een verdiepingsreeks voor PPE-studenten waarbij VU-alumni vertellen over hun werk. Salemink begint met een virtuele rondleiding over het Binnenhof. “Dit is het Torentje – waarschijnlijk de kleinste werkkamer van een minister-president ter wereld.” Saleminks rol in de politiek is strategisch: hij is in feite de enige ambtenaar die vrijelijk met politici kan praten. Hij onderhoudt namens de minister contacten met alle politieke partijen. Bij de installatie van een nieuw kabinet wordt hij ontslagen: dat is inherent aan de functie. “Binnenkort ben ik dus mijn baan kwijt. Dat is jammer, maar na zeven jaar Haagse politiek ben ik wel toe aan een nieuwe uitdaging.”
Snelheidslimiet en windmolenparken
Salemink vraagt de studenten wat voor politieke obstakels ze verwachten op het gebied van de Nederlandse infrastructuur en het milieu. “De snelheidslimiet”, oppert de Duitse Luca (20). Jeanne (18) uit Frankrijk: “En ruimtelijke inrichting. Hoe bepaal je waar je een windmolenpark plaatst?” Salemink prijst het denkwerk van de studenten. “Over dat soort vraagstukken spreken we veelvuldig met alle politieke partijen.”
“Hebben jullie ervaring met onderhandelen?” vraagt Salemink. “Ja, binnen mijn relatie…”, mompelt iemand. “Binnen onze studievereniging”, antwoordt Suleyman (18). “Dan weet je dus hoe lastig het kan zijn om te onderhandelen met mensen die dichtbij je staan”, knikt Salemink. “Als je een auto koopt of een keuken, hoef je de ander niet te vriend te houden. Maar in de politiek is het belangrijk dat de partijen samen door een deur blijven kunnen.”
Verdeel een miljard in vijf minuten
Tijd voor het klapstuk: het rollenspel. De studenten worden in vier groepjes van drie verdeeld: centrumrechts, progressief, conservatief en populistisch. Jeanne krijgt Saleminks rol toegewezen. Zij moet de standpunten van de ‘partijen’ communiceren naar de rest.
“Er is 1 miljard euro te verdelen”, zegt Salemink. “Jullie krijgen met je partij vijf minuten om te overleggen waar je dat geld aan uit wilt geven. Vervolgens ga je onderhandelen met de rest. Centrumrechts en de progressieve partij, jullie zitten samen in een coalitie, de andere partijen vormen de oppositie.”
‘Je weet dat ik maar een rol speel hè…’
Na flink wat onderhandelen over en weer – met Jeanne als ijverige boodschapper – is de verdeling duidelijk: de snelheidslimiet wordt opgeschroefd naar 140 (wens van het Centrumrechtse groepje), maar in 2040 moeten dan wel alle auto’s elektrisch zijn (wens van het Progressieve groepje) en er moeten meer kerken worden gebouwd (wens van het CDA-groepje). De emoties lopen hoog op. “Wij willen dat alle boerka’s worden verboden en dat de grenzen dicht gaan!” zegt Suleyman namens de populisten. Luca, verontwaardigd: “Dat is zo erg om te zeggen!” Suleyman: “Je weet dat ik maar een rol speel hè… In werkelijkheid zou ik dat nooit denken.”
‘Ik ben eigenlijk te introvert’
De studenten zijn enthousiast. Luca: “Ik ben eigenlijk te introvert voor dit soort oefeningen, maar het is heel leerzaam. Ook de theorie vond ik interessant, omdat ik later de internationale politiek in wil, of deel wil uitmaken van denktanks over derdewereldproblematiek bijvoorbeeld.” Suleyman (half Turks, half Marokkaans, opgegroeid in Nederland): “Ik vond dit heel leerzaam. Voordat ik ging studeren was ik al politiek actief: ik was in de beginfase betrokken bij Denk, maar ik kan me niet vinden in de radicale koers die ze nu varen. Ik voel me nu meer aangetrokken tot NGO’s, en zou graag iets doen op het gebied van mensenrechten.”
Salemink, na afloop: “Ik vond het leuk hoe actief en interactief ze waren. In het begin waren ze nog wat terughoudend, maar tijdens het rollenspel zag ik hun ogen glinsteren. Daar doe ik het voor.”