VU-alumna Marjolein de Jong (47) is voormalig oncologisch chirurg en directeur van het Alexander Monro Ziekenhuis, het eerste gespecialiseerde borst(kanker)zorgziekenhuis in Nederland. „Naast de beste medische kwaliteit is liefdevolle zorg essentieel."
Midden in de bossen bij Bilthoven rijst het Alexander Monro Ziekenhuis op. In de ruime, lichte hal neemt een receptionist vriendelijk de jassen aan en brengt kort daarna verse bonenkoffie rond. Als je niet beter zou weten waan je je in de ontvangstruimte van een luxe hotel. Het gespecialiseerde ziekenhuis wordt erkend als expertisecentrum en opent binnenkort samen met het SJG Weert een tweede vestiging voor de regio Zuidoost-Nederland.
U heeft geneeskunde gestudeerd, maar de weg erheen liep allesbehalve op rolletjes. Vertel!
„Ik wist al vroeg dat ik dokter wilde worden, dus toen ik de eerste keer werd uitgeloot was dat een enorme klap. Daarna volgden nog vier afwijzingen. Bij de vijfde keer was ik het zat. Ik schreef een brief naar de toelatingscommissie dat het niet gekker moest worden. Gelukkig waren ze het met me eens. Zo zie je maar dat de aanhouder wint."
„In het medische traject maak je mensen mee op het allerkwetsbaarste moment."
Weten wat je wilt en ervoor gaan. Is dat tekenend voor u?
„Absoluut. Ik geloof er erg in dat je in kansen en mogelijkheden moet blijven denken. Het is voor mij geen optie om af te wachten tot een ander het eventueel gaat doen. Ik kijk altijd naar mezelf en wat ik kan doen om te helpen om ergens te komen. Ik voel me snel verantwoordelijk om bij een goed idee er niet alleen over te praten maar ook meteen tot actie over te gaan."
In de tussentijd studeerde u klinische psychologie. Ondersteunt dat uw huidige baan?
„Het heeft veel raakvlakken met alles op het gebied van zorg wat ik tot nu toe doe. Ik ben me erg bewust van de psychische impact van ziekte en de angst die erbij komt kijken. In het medische traject maak je mensen mee op het allerkwetsbaarste moment. Een goede connectie maken met een patiënt is belangrijk om de juiste zorg op maat kunnen verlenen. Die oprechte connectie maakt een goede professional nog beter."
Mist die aandacht voor connectie in reguliere ziekenhuizen?
„Ik denk dat ieder ziekenhuis en iedere medisch professional het belangrijk vindt en er voldoende mee bezig wíl zijn. Tegelijkertijd heb ik ervaren dat het bijvoorbeeld door de samenstelling van de werkzaamheden van de dag, de hoge werkdruk en de logistieke beperkingen soms te weinig ruimte krijgt. Daarnaast is een relevante vraag voor iedere zorginstelling of bedrijf of je wel met de juiste dingen bezig bent om dit te bewerkstelligen. Oftewel, je kunt met allerlei zaken bezig zijn maar dit moet wel als waardevol worden herkend door de patiënt."
Wordt dat vaak geweten aan bezuinigingen?
„Ik denk dat dat te makkelijk is. Wij hebben ook te maken met bezuinigingen, maar als je het echt wilt dan kan het. Het hoeft niet allemaal duur of ingewikkeld te zijn. Een stukje verandering van gedragingen of omgeving scheelt al een hoop. Zo hebben wij, naast aandacht voor de beste medische zorg, ook oog voor alle stappen die een patiënt doorloopt. De ontvangst is bijvoorbeeld persoonlijk, de patiënt wordt niet omgeroepen maar de behandelaar loopt naar de patiënt toe en de polikamers hebben geen nummers maar namen. Dat zijn een paar kleine voorbeelden die een groot verschil maken."
„Een klein gebaar maakt een groot verschil."
Waar hebben jullie nog meer extra aandacht aan besteed?
„In veel ziekenhuizen is de wachtruimte voor de mammografie (onderdeel van het borstonderzoek) een klein gek hokje. Een patiënt zit daar in haar blootje, weet niet wanneer ze wordt opgehaald en dan is ze ook nog doodsbang voor de uitslag van de test. Zo vaak hoorde ik dat vrouwen dat moment zo vreselijk vinden. Ik ben dus heel blij dat dat onderdeel in het Alexander Monro Ziekenhuis totaal anders is. Onze patiënten verblijven in een lichte, vriendelijke kamer met ronde vormen. Ze krijgen een zachte omslagdoek ter bedekking, zodat ze in hun privacy erkend worden. Er staat een prettige stoel en een tafel met een kan water, wat pepermuntjes en een paar tijdschriften. Een klein gebaar maakt een groot verschil."
Hoe kwam u met oncologie in aanraking?
„Tijdens mijn opleiding klinische psychologie liep ik stage in de Bijlmerbajes in Amsterdam. Daar kreeg mijn stagebegeleider ongeneeslijke borstkanker. Zij was alleenstaand dus ik ging met haar mee naar afspraken en verzorgde haar thuis. Ik zag van dichtbij wat een enorme impact de ziekte heeft. Dat maakte een grote indruk op mij. Al snel wist ik: hier wil ik iets voor betekenen."
Hoe is het verdergegaan?
„Gaandeweg mijn carrière liep ik steeds vaker tegen dingen aan waarvan ik dacht het kan op deze manier, maar volgens mij is het op een andere manier beter en prettiger voor de patiënt. Zo kon ik het niet langer met elkaar rijmen dat alle ziektes per se op één plek behandeld moeten worden. Ik wilde het niet alleen constateren, maar voelde me verantwoordelijk er ook echt wat aan te doen."
„Ik wilde een ziekenhuisbezoek persoonlijker, gastvrijer en liefdevoller maken en tegelijk een plek creëren waar excellente borst(kanker)zorg wordt verleend."
„Die droom begon met de oprichting van Breast Care Nederland. Alle expertise op één plek en oog voor alle facetten rondom het medische traject. Ik wilde een ziekenhuisbezoek persoonlijker, gastvrijer en liefdevoller maken en tegelijk een plek creëren waar excellente borst(kanker)zorg wordt verleend. Tijdens de oprichting van een tweede gespecialiseerd centrum voor borstkanker (Breast Care Nederland) naast het Alexander Monro Ziekenhuis (AMZ), hebben we uiteindelijk de krachten gebundeld in het AMZ. Het AMZ is met dezelfde missie en visie opgericht. Wij geloven dat focus en specialisatie leidt tot de beste resultaten in de zorg met als ultiem einddoel natuurlijk een bijdrage aan de beste kans op overleven."