Foto: Justin Heyl

1 studie, 3 banen: Nederlands

Eline Doldersum1 May 2019

Nederlands: 1 studie, 3 banen

Inmiddels zijn er meer dan 100.000 VU-alumni. Waar kwamen ze na hun studie terecht? In deze rubriek portretteren we drie alumni die dezelfde opleiding deden. Deze keer alumni Nederlands. 

Elma Drayer (61) woont in Amsterdam en is afgestudeerd in 1984.
Elma


De VU maakte onlangs bekend dat ze na 100 jaar stopt met de bacheloropleiding Nederlands omdat er te weinig belangstelling voor is. Wat vind jij hiervan?

‘Heel, heel erg. Ik word er ontzettend verdrietig van. In mijn tijd waren er ruim zeventig eerstejaars, nu zijn het er vijf. Echt ongelofelijk. Ik denk dat er te weinig apostelen zijn die vertellen hoe fantastisch de studie is, want het is écht een geweldige studie.’ 

Waarom is het in jouw ogen belangrijk dat de studie wél blijft bestaan?

‘De Nederlandse taal behoort tot onze culturele bagage. De literatuur heeft prachtige teksten voortgebracht. Wat als er in de toekomst geen mensen meer zijn die onze Nederlandse literatuur kunnen lezen? Dat is mijn grootste vrees. Ook de taalbeheersing holt achteruit. Mensen lezen bijna niet meer en kennen de betekenis van woorden en uitdrukkingen ook niet meer. Dat gaat mij ontzettend aan het hart. Nederlands is de taal waarin ik woon.’

Heb je die passie voor de Nederlandse taal altijd al gehad?

‘Absoluut. Als klein meisje was het mijn droom om journalist te worden, maar aangezien de enige opleiding journalistiek toentertijd niet goed aangeschreven stond, besloot ik Nederlands te gaan studeren. Dat is de beste beslissing geweest die ik ooit heb gemaakt. Het was een fantastische opleiding. Je leerde alles over de taal- en letterkunde, kreeg academische vaardigheden mee en mocht ook ontzettend veel lezen. Dat vond ik heerlijk. Zo heerlijk dat ik het oprecht jammer vond dat ik moest afstuderen.’

Toch was dat het begin van je journalistieke carrière.

‘Dat klopt. Mijn opleiding was een geweldige springplank richting de journalistiek. Na mijn studie heb ik jarenlang gewerkt als redacteur bij Vrij Nederland en als columnist en chef bij Trouw. Tegenwoordig schrijf ik columns voor de Volkskrant, ben ik bezig met een boek en geef ik schrijfcursussen. Die combinatie is fantastisch. Ik schrijf nog steeds, maar mag ook mijn kennis en ervaring doorgeven aan een nieuwe generatie.’ 

En lees je ook nog steeds zoveel als tijdens je studie?

‘Wel iets minder, maar nog steeds zo’n twee boeken per week. In de vakanties maak ik vaak een inhaalslag. Dan gaat er een hele kist vol boeken mee en lees ik elke dag wel één boek uit. Of ik nog een aanrader heb? De boeken der kleine zielen van Louis Couperus. Dat is een van de boeken die ik om de paar jaar herlees. Het is een meesterwerk in de Nederlandse literatuur. Elke keer ontdek ik weer nieuwe dingen. Laat mij weer helemaal meeslepen door het verhaal. Dát is precies waarom iedereen het een keer gelezen zou moeten hebben!’

Arie IJzerman (65) woont in Zevenhuizen en is afgestudeerd 1984.
Arie Ijzerman


Hoe ben je bij de studie Nederlands aan de VU terechtgekomen?

‘Door mijn passie te volgen. Ik was als kind al dol op schrijven en boeken lezen. Daar sloot de studie Nederlands perfect op aan. Het kwam tegemoet aan mijn behoefte van nieuwe informatie vergaren, veel lezen en zeer nauwkeurig te werk gaan. Wat ik uiteindelijk wilde gaan doen met die opleiding, wist ik nog niet. Dat leefde in die tijd niet zo. Ik deed gewoon wat ik leuk vond.’

Van welke docent heb je het meest geleerd?

‘Professor Schenkeveld. Zij heeft mij geleerd om zorgvuldig te lezen, kritisch te zijn maar vooral ook om een eigen mening te vormen. Vrijwel elke universiteit leert je hoe bepaalde zaken in elkaar steken, maar Schenkeveld leerde mij om er ook iets van te vinden. Daar heb ik in mijn werk nog veel profijt van gehad.’

Wat ben je na je studie gaan doen?

‘Heel veel. Ik heb ruim 23 jaar bij het Ministerie van Onderwijs gewerkt na mijn studie. Daarna heb ik bij Justitie gewerkt als directeur Internationaal Strafrecht en Drugsbeleid, plaatsvervangend directeur-generaal bij Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken en als directeur Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding. Op dit moment werk ik als raadadviseur bij het ministerie van Justitie en Veiligheid.’

Dat is een aardig cv. In hoeverre heb je in die verschillende functies profijt gehad van je studie?

‘Het zeer nauwkeurig werken is een vaardigheid die ik vaak heb kunnen toepassen. Er is mij geleerd om nooit genoegen te nemen met ongeveer, maar altijd te zorgen dat je het precies weet. Daarnaast zijn goed kunnen ordenen, lezen en schrijven ook vaardigheden die in de bestuurlijke functies goed tot z’n recht komen.’

Wat vind je ervan dat de studie opgeheven is?

‘Zeer spijtig. De Nederlandse taal maakt deel uit van onze cultuur. Het lijkt mij heel onverstandig om deze taal niet meer te bestuderen. Tegelijkertijd kun je mensen natuurlijk niet dwingen om voor deze studie te kiezen. Ik vermoed dat er zo weinig aanmeldingen zijn omdat veel mensen de opleiding associëren met het onderwijs en de daarbij behorende problemen. Maar je kunt met deze studie zoveel meer dan alleen het onderwijs in. Wellicht dat ze dat wat meer in kaart zouden kunnen brengen.’

Je gaat bijna met pensioen. Heb je al een idee wat je gaat doen?

‘Ik ga weer terug de schoolbanken in. Ik twijfel nog tussen de studie Theologie of Geschiedenis. Mijn dagen zijn jarenlang gevuld geweest met werk, dat valt in één klap weg. Dan is het wel prettig om een nieuwe invulling te hebben van mijn dagen. Nieuwe kennis vergaren vind ik altijd reuze interessant, dus waarom niet? Misschien zit ik over een jaar wel weer bij de VU. Dan is de cirkel helemaal rond.’

Lene Grooten (37) woont in Amsterdam en is afgestudeerd in 2004.
Lene


Hoe kijk je terug op je studie?

‘Met een heel warm gevoel. Niet alleen de opleiding was fantastisch, maar ook mijn studententijd heb ik als zeer bijzonder ervaren. Onze groep was relatief klein, waardoor er veel interactie was met elkaar maar ook met de docenten. Buiten de lessen om zochten we elkaar vaak op. Dan dronken we wijn bij een van de docenten in de wijnkelder of trokken we eropuit. Ik kan me nog herinneren dat we met z’n allen poëzie lazen ergens bovenop de hei. Fantastisch vond ik dat!’

Is er van die docenten iemand die je heel erg is bijgebleven?

‘Dick van Halsema heeft een onuitwisbare indruk op mij achtergelaten. Die man was zo gepassioneerd over zijn vak. Hij kon poëzie echt tot leven laten komen. Heel bijzonder. Het was dan ook heel moeilijk om niet aangestoken te worden door iemand die van zijn vak zijn levenswerk heeft gemaakt.’

Na je studie ben je bij Theater Bellevue terechtgekomen. Vertel eens?

‘Ik heb altijd een passie gehad voor theater. Voordat ik bij de VU terechtkwam had ik al een vooropleiding gedaan voor de toneelschool, maar ik was als zeventienjarige nog helemaal niet klaar voor die competitieve wereld. Toch is het altijd blijven kriebelen. Tijdens mijn studie organiseerde ik het culturele avondprogramma voor nieuwe studenten. Ik had daardoor veel contact met mensen in de theaterwereld. Van het één kwam al snel het ander. Na mijn stage bij Theater Bellevue, ben ik er uiteindelijk blijven plakken als communicatiemedewerker.’

Naast je communicatiewerk ben je ook nog actief in de politiek. Is dat altijd een passie geweest?

‘Niet direct. Na tien jaar in de communicatie wilde ik ook maatschappelijk mijn steentje bijdragen. Helemaal omdat er steeds meer bezuinigd werd in de kunst- en cultuursector. Ik vond dat ik in actie moest komen en schreef een brief. Voordat ik het wist stond ik op de kandidatenlijst. Na een aantal jaar als fractievoorzitter en duo-raadslid in de gemeenteraad, ben ik nu een jaar vice-fractievoorzitter van GroenLinks in Amsterdam. Een functie waarin mijn studie goed van pas komt. Taal is zo’n belangrijk wapen in de politiek. Je moet de boodschap goed kunnen overbrengen in zowel woord als tekst. Daar heeft mijn opleiding absoluut een bijdrage aan geleverd.’

Heb je nog dromen voor de toekomst?

‘Op dit moment werk ik als strategisch adviseur bij Bureau &MAES, maar stiekem is het toch wel mijn droom om ooit burgemeester te worden van een kleine stad ergens in Nederland. Het lijkt mij heel mooi om mensen bij elkaar te brengen, ze vertrouwen te geven en het gevoel dat ze altijd op je kunnen bouwen. Nu vind ik het nog wat vroeg, maar over een jaar of vijftien, lijkt mij dat fantastisch.’